maandag 8 april 2013

Baas boven baas

Om heel eerlijk te zijn: eigenlijk ben ik best trots. Trots om mijn kasje dat ik van ouwe meuk in elkaar heb geflanst en dat nog steeds niet is ingestort; trots op mijn moestuinbakken die een oude zoldervloer van vrienden een tweede leven heeft gegeven en trots op alle zelfgekweekte plantjes die niet bevroren, verbrand, uitgedroogd, verdronken of anders dood zijn gegaan...

Maar vandaag dreigde deze trots even een deuk op te lopen. Ik ging namelijk met Jelle en mijn broer Joop deze ochtend op pad voor een rondje 'Kom in de Kas'. Speciaal tijdens de Open Monumentendag openen een aantal kassen in de omgeving dan hun deuren voor het publiek.
We hadden ons verheugd op de eerste kas die we zouden gaan bezoeken; een aardbeienkwekerij! Vooral Jelle had hoge verwachtingen, want én aardbeien én een springkussen, dat was eigenlijk te mooi om waar te zijn...

Dat was het dus ook. Toen we aankwamen, samen met nog een kleine honderd bezoekers waarvan de jongere helft met dezelfde verwachtingen als Jelle, waren er inderdaad heel veel aardbeien. Of eigenlijk: een lange, steriele hal met hoogopgehangen aardbeienplanten in potten. Met geen of groene aardbeien. Op de vraag aan de tuinder, die niet wist wat hij met zoveel publiek aan moest, of hij iets kon vertellen over de werkwijze, kregen wij slechts als antwoord dat de planten 20 keer per dag water kregen en dat we door moesten lopen om plaats te maken voor de volgende 50 geïnteresseerden.

Ook het springkussen had moeite met het vele publiek en Jelle week al snel uit naar de ijs-met-aardbeienkraam. Zijn dag kon niet meer stuk. Ik vond echter de romantiek rond het tuinieren ver te zoeken, laat staan een leuk Perzisch tapijtje zoals in mijn eigen kas om de boel een beetje op te vrolijken. Naast de thermoskoffie waren er in plaats van aardbeien ook aardbeienplanten te koop. Ik twijfelde nog even omdat ik dacht het gemis aan romantiek te kunnen proeven aan de aangeboden aardbeien. Jelle was het daar echter volledig niet mee eens en besloot met een vuurrode volle mond dat aardbeienplanten dit jaar een prominente plaats in zouden moeten nemen in onze kas. Hoe kon ik hem ongelijk geven...

Met twee aardbeienplanten achter in de auto en nog twee bakjes voor onderweg op de achterbank gingen we op weg naar de volgende kas. Daar aangekomen viel ik volledig stil. Voor me zag ik een tropisch voetbalveld met uitsluitend net gekiemde plantjes. Kiempercentage 87,5 %. Alles volautomatisch. Ik wilde mijn afgunstige bewondering nog verhullen met een 'geen romantiek' afmakertje, maar toen een zeer aantrekkelijke jonge medewerkster tijdens een rondleiding met zoveel passie over haar plantjes sprak, alsof zij ze alle 100.000 eigenhandig de borst gaf, bedacht ik spontaan een hele andere toepassing voor mijn Perzisch tapijtje en het thema 'Kom in de Kas'...

Aan het eind van de broeierige rondleiding liet ik me gretig door haar nog een lullige palmcactus in de maag splitsen en vroeg haar of ze hier al lang werkte. 'Nee hoor' zei ze, 'Ik doe communicatie wetenschappen. Voor het script van vandaag krijg ik een extra punt. Niets voor mij hier, veel te warm met die suffe plantjes, haha!'.

Op weg naar huis betrapte ik mijzelf op een dikke grijs. Dit jaar gaan we uiterst trots zijn op onze overdosis aan vurrukkelukke aardbeien en over twintig jaar is mijn identiteitsloze palmcactus uitgegroeid tot een karaktervolle plant waarvoor ze tijdens de open dagen in de rij staan om hem te bekijken. Één voor één. Wel eerst voeten vegen. Anders wordt mijn tapijtje vies...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten