vrijdag 26 april 2013

Zorgenkindjes

Mijn baas heeft sinds kort een hondje, Nola. Geen leuk, klein, afgedresseerd en welopgevoed raskeffertje, nee, het is een uit Roemenië geïmporteerd, van geboorte af mishandeld, weggelopen, ondervoed, opgesloten en binnen een dag gesteriliseerd, van haar zusje gescheiden, overgevlogen en zwaar getraumatiseerd vuilnisbakkenexemplaar, zo bang voor alles wat beweegt en zo blij is met iedereen die aandacht geeft dat ze niet weet of ze haar staart eraf moet kwispelen of je hand er af moet bijten. Zo'n hondje dus. Binnen een week heb ik het beestje, dat zich vanonder de tafel van mijn baas uit langzaam zekerder begint te voelen en dan ook steeds meer gaat blaffen tegen alles en iedereen, volledig in mijn hart gesloten. Dat heb je soms met beesten.

Toch kan ik me niet herinneren dat ik dit ooit met een plant heb gehad. Misschien wel met dat waar een plant voor stond. Toen kort na mijn moeder ook mijn vader overleed en we de inboedel over de kinderen verdeelde, kwam de bonsaiboom die ik de Sinterklaas daarvoor aan mijn moeder had gegeven terug bij mij. Het was dan wel geen echte bonsai, maar eerder een afgeknepen en zwaar mishandelde Ficus, maar toch, voor het geld had ik destijds toch een boompje weten te scoren waarmee ik redelijk voor de dag kon komen..

Voor deze plant deed ik toch extra mijn best. Hij had een prominente plek voor het raam en zomers op de veranda en regelmatig nam ik de schaar ter hand om het boompje er aan te herinneren dat hij misschien niet als Ficus geboren was, maar zeker wel zo zou eindigen. Af en toe knipte ik een verkeerd takje af en zo bouwde zich toch een echte band op tussen mij en m'n Bonsaificus. Dit ging lange tijd goed, totdat de plant in mei onverwachts toch een paar nachten vorst voor zijn kiezen kreeg (weer die verrekte ijsheiligen!). De blaadjes vielen een voor een af en de plant ging binnen een week dood.

Naast verdriet voelde ik me vooral schuldig omdat ik het boompje van mijn moeder dood had laten gaan, terwijl zij zelf met liefde eens een plant wel 30 jaar in leven en in bloei wist te houden...
En dat is nou het mooie van groenten. Je hoeft er maar even voor te zorgen, daarna eet je ze gewoon op! Iedereen kan het wel op brengen om 3 weken intensief voor radijsjes te zorgen. Bloemkolen duren al een maand of 3 en asperges zijn echt voor vergevorderden, aangezien ze het eerste jaar niets opbrengen behalve enorme pluimen, pas het tweede jaar een beetje en het derde jaar eindelijk de rest.

Gelukkig ga ik beter om met mijn huisdier. Poes gaat inmiddels ook al weer een jaar of 10 mee en toont nog geen enkel teken van verval. Misschien omdat ze iedere dag op de vensterbank een bakje vers, fris water krijgt als ik de planten water geef...

Vandaag heb ik ondanks het gegrom en met gevaar op een paar vingers minder ons nieuwe bedrijfshondje Nola de hele dag gepaaid met brokjes. Op een gegeven moment overwon haar nieuwsgierigheid en groeiende eetlust het van haar angst en liet ze zich uitgebreid door mij aaien.

Waarschijnlijk zal ik dit ritueel nog vele keren moeten herhalen, maar dat we vrienden worden weet ik zeker, we hebben tenslotte dezelfde baas...







dinsdag 23 april 2013

Vergeten groenten

Vanavond heb ik mijn oudste zoon Sebastiaan op het vliegveld gezet naar Porto. Nu hij wat ouder is bezoekt hij een paar keer per jaar zijn oma en overgrootmoeder van moeders kant. Lekker een weekje uitwaaien, uitgaan, uitrusten en uitgebreid in de watten gelegd worden voordat school weer begint.

Toen ik terugreed van vliegveld Weeze dacht ik weer even terug aan de tijd dat ik nog met zijn moeder getrouwd was en ik voor het eerst een rondleiding door het bescheiden stadse achtertuintje van overgrootvader Bertinho en overgrootmoeder Quelinha kreeg. Het was rond kerst en de bloemen groeide nog steeds volop. Bertinho liet me zien waar de moeder van Sebastiaan vroeger haar eigen groentetuintje had. Er vlak naast stond een plantje dat hij wilde pepermunt noemde, maar dan eentje die ik nog niet kende. Een donker, niet bijzonder aantrekkelijk harig plantje met een grof blad en donkere steel, maar met een volle, zoete geur die deed denken aan zo'n zwoele avond om van te zuchten...

Ik kreeg op onze terugreis naar Nederland een stekje mee en door de jaren heen heeft dit plantje zich door de tuinen van mijn familie en vrienden heen verspreid. In al die jaren erna heb ik nog steeds geen andere pepermunt gevonden met zo een intense geur en smaak.

Het plantje had echter als nadeel dat het behoorlijk woekerde en zelf dáár groeide waar geen enkele andere plant wilde aarden. Voor je 't wist nam het je borders over en zelfs in het gazon kwamen spontaan jonge scheuten het daglicht opzoeken.

Een jaar of 3 geleden echter werd het minder met mijn Portugese Pepermunt. Het was net of hij er niet zo'n zin meer in had. De blaadjes werden kleiner, de plant werd een stuk minder hoog en ook het woekereren werd een stuk minder. Toen het plantje vorig jaar overgroeid dreigde te worden door een wel zeer overenthousiaste Citroenmelisse, heb ik nog snel een polletje gered en in de voortuin gezet. Dit sloeg niet echt aan en verdween uiteindelijk in een tweedekeus potje met gebruikte aarde en uiteindelijk in de groencontainer. Einde pepermunt. Dacht ik.

Toen ik vanavond, net voor het donker, van het vliegveld thuiskwam en nog snel even mijn dagelijkse rondgangetje langs mijn bakken in de voortuin deed, zag ik het opeens. Precies op de plek waar vorig jaar het laatste zielige polletje Portugese Pepermunt stond voordat alles werd omgespit en de grond werd bedekt met worteldoek en bakken, precies daar, langs de rand van de bak, net daar waar het worteldoek ophield, kwamen een aantal jonge scheutjes met moeite de grond uit piepen, herkenbaar door de mij zo welbekende harige blaadjes en steeltjes.

Toen ik een klein vers blaadje in mijn handen fijn wreef en de vrijkomende geur tot mij nam, was ik weer even helemaal terug in Porto, in het achtertuintje van Bertinho en Quelinha. Precies daar waar Sebastiaan, net aangekomen, waarschijnlijk op dit moment op het balkonnetje van zijn overgrootmoeder een sigaretje staat te roken en uitkijkt op het tuintje van zijn moeder.

Veel plezier jongen. Ik ben dichterbij dan je denkt...


zondag 21 april 2013

Niet voor de poes

Wij hebben een poes. Ze is een jaar of 7 geleden aan komen lopen en besloot toen rond te blijven hangen. Eigenlijk heet ze Minou, maar aangezien ze toch nergens naar luistert noemen wij haar meestal gewoon Poes. Vanaf dag 1 keek Poes enigszins minachtend naar de kattebak die we voor haar hadden aangeschaft en heeft sindsdien altijd haar behoefte buiten de deur gedaan. Af een toe kreeg ik wel eens een klacht van de buren, maar wanneer ik een hulpeloos gebaar maakte en begrijpend instemde met geluiden zoals 'vervelend', 'begrijpelijk' en 'irritant', stelde ik ze over het algemeen weer even tevreden zonder daadwerkelijk actie te hoeven ondernemen. Mijn leefde dan ook maar tot op een bepaalde hoogte mee, aangezien Poes altijd buiten de deur scheet en ik zelf dus geen ervaring had met de irritante gevolgen waar de buren telkens zo vol van waren.

Tot een tijdje geleden. Aan het eind van onze straat woont een kater, Pluto. De kat van een goede vriendin van ons. Deze vriendschap beperkt zich echter tot de vriendin zelf. Voor haar kat heb ik hele andere gevoelens. Pluto is een enigszins laffe kater die zijn frustraties dagelijks botviert op Poes, die naast lief vooral een beetje blasé is. Daarnaast houd Pluto van treiteren. Soms denk ik wel eens dat Pluto door een Beagle gebeten is en daar geen hondsdolheid aan heeft overgehouden, maar wel de streken die zo typisch zijn voor een Beagle.

Ze steekt regelmatig haar kop boven het raam uit om Poes tot waanzin te drijven, komt 's nachts binnen om haar bak leeg te vreten en sprietst alle hoeken van het huis vol om maar te bevestigen dat hij de baas is en dat katers ongelofelijk kunnen stinken. So far so good. Ik wordt gewoon teruggepakt op mijn eigen laconieke gedrag van de afgelopen jaren. Kan ik mee leven.

Maar sinds kort heeft Pluto het op mij gericht, nadat ik hem onlangs succesvol en zeer bevredigend uit mijn tuin wegjaagde, dit om te voorkomen dat Poes een hartverzakking kreeg en alweer een leven kwijt zou raken. In mijn Makkelijkemoestuinbakken in de voortuin staan namelijk in ieder vak 3 saté prikkers. Dit heeft tot nu toe de katten uit de buurt succesvol weerhouden mijn moestuin te gebruiken als openbaar toilet. Maar Pluto is anders. Gisterenochtend vond ik in het vak waar ik zoete franse worteltjes  had gezaaid 3 losse saté prikkers en een verse kattendrol. Ik heb de grond er omheen verwijderd, verse grond toegevoegd en de sate prikkers teruggeplaatst. Zonder bewijs beschuldig ik niemand maar daarentegen heb ik het volste recht op mijn eigen vermoedens.

Vanavond heb ik dus even een tijdje uit mijn raam staan kijken, het licht uit, op wacht voor de dader.
En ja hoor, met een tred die Jerry van Tom niet zou misstaan kwam Pluto aangelopen, verkende eerst de situatie grondig (lafaard!) en ging toen voorzichtig op de rand van de bak zitten waar hij gisteren bewijslast nummer 1 had achtergelaten. Naast de 3 saté prikkers had ik er een vierde bij gestoken dus ik dacht 'Mispoes!'. Maar niets was minder waar. Met een stijgende verbazing zag ik hoe Pluto één voor één de saté prikkers uit de zachte Makkelijkemoestuinmix werkte, af en toe zelf handig zijn bek gebruikend, en zich daarna draaiend en gravend klaarmaakte voor een nieuwe wraakbolus. Net voordat de kleine terrorist zijn kattenkwaad uit kon halen, stormde ik naar buiten en joeg met veel lawaai de kleine buurtschavuit naar huis.

Nog boos en nahijgend van de adrenaline stond ik even stil op straat. Toen zag ik mijn buurman die voor zijn raam hoogstwaarschijnlijk het hele tafereel had gadegeslagen. Het plezier en de voldane blik in zijn ogen waarmee hij naar mij zwaaide sprak boekdelen. Wraak is zoet. Zoeter nog dan franse worteltjes...

Morgen trakteer ik Pluto op saté. Met sambal.


zaterdag 20 april 2013

Een brug te ver...

Gisterenavond stonden ineens een aantal buren uit de straat in een kluitje voor mijn eetbare voortuintje. Wijzend en lachend werd mijn bloemkool beoordeeld, de opkomende uitjes en worteltjes bewonderd en de te vroege bonen en courgette betwijfeld om hun overlevingskansen. Na een laatste grapje over 'wanneer is de saté rijp?', doelend op de vele satéprikkers die ik tegen de katten in alle vakken heb geplaatst, ging het gesprek verder over ditjes en datjes. Over hoe fijn het is dat het in onze wijk nog zo rustig is, dat er zo weinig gebeurt terwijl de rest van Lent volledig op de schop ligt.

Pardon? Rustig? Weinig gebeurt? En dat terwijl ze met hun snufferd op het belangrijkste deltawerk ooit in Lent staan te kijken? Nergens in Lent was de diversiteit in opbrengst ooit zo hoog als in mijn voortuin! Nergens in Lent is er ooit zo'n grote hoeveelheid Makkelijke Moestuin Mix gebruikt. De plaatselijke hovenier had er zelfs 'Nog nooit van gehoord'. Nog nooit in Lent is iemand al in de winter, succesvol of niet, begonnen met het zaaien van zomerplanten en nog nooit heeft iemand in Lent het überhaupt aangedurfd een complete groentetuin aan te leggen in de voortuin, uit angst over wat de buren zouden kunnen zeggen...

Vandaag staat iedereen in Lent vroeg op om het invaren van de nieuwe stadsbrug te volgen.

Ik heb nog even overwogen om de op de nieuwe brug gerichte webcams vannacht op mijn voortuintje te richten, de dranghekken en speciaal voor het evenement gebouwde tribunes naar de Cyclamenstraat te verplaatsen en de plaatselijke pers op de hoogte te brengen van waar het echte evenement zich vandaag afspeelt.

Maar ik doe het niet. In plaats daarvan fiets ik vandaag met de kinderen langs de nieuwe waterkering bij de nieuwe zijgeul langs de nieuwe dijk naar de nieuwe school aan het nieuwe kruispunt waar ook het nieuwe station in aanbouw is met een nieuw uitzicht op de nieuwe supermarkt, een paar honderd nieuwe woningen die aan het nieuwe park liggen en langs de parkeergarage in aanbouw waar net de bouw van een nieuw van de Valk hotel begint om uiteindelijk uit te komen bij de plek waar het invaren van de nieuwe Stadsbrug vandaag het beste te volgen is. Gewoon. Voor mijn ontspanning. Daarna fiets ik weer naar huis. Naar mij misprezen voortuintje. Naar het echte werk...




vrijdag 19 april 2013

Eindelijk...

Terwijl ons land langzaam volschiet van de komende troonswisseling, is er eerst morgen bij mij in de voortuin ook iets bijzonders aan de hand...mijn oudste planten, de winterspinazie en de blauwe Groningse snijmoes, die al vanaf oktober in mijn bakken zaten en menig nachtvorstje overleeft hebben, puilen op dit moment hun bakken uit en roepen me toe om gegeten te worden.

Vanavond heb ik een handvol blauwmoes gewokt om vol verbazing te merken dat het de lekkerste spinazie is die ik ooit gegeten hebt. De winterspinazie die er naast staat en inmiddels uit begint te groeien tot enorme groene oren smaakt daarentegen juist minder naar spinazie. Reden genoeg om deze twee veteranen samen een passend einde te geven en morgen een heerlijke wokschotel te maken met snijmoes, spinazie, knoflook, een klein uitje, pijnboompitten, witte geitenkaas, verse wilde rucola en ontpitte dadels.

Grappig toch dat dingen vaak niet zijn wat ze lijken. Neem nu ons nieuwe koningspaar. Terwijl Máxima gisteren wijselijk haar best deed om haar mond te houden en alle aandacht iedere keer weer terug te richten op de koning in spe, werd mij steeds duidelijker wat ik eigenlijk al wist. Maxima is onze echte koning! Waar Alexander gezellig over voorgekookte RVD vraagjes keuvelt, schieten de ogen van onze vrouwelijke koning heen en weer en zie je haar razendsnel denken hoe ze haar handpopje zo positief mogelijk uit kan laten komen op tv. Tenslotte is Willem Alexander haar gereedschap waarmee ze uiteindelijk dit land zal moeten regeren...

Ik ben er niet bezorgd om. Het is een leuk en verstandig mens met haar hart op de goede plek en bovendien een stuk fotogenieker dan onze koning van bloede. Bovendien heeft ze net zoals de helft van Nederland een leuk accentje dus daarmee wint ze ook al punten.
Zelfs  in het schaakspel speelt de koningin meestal een slimmere en actievere rol dan de koning, die
meestal maar een beetje moedeloos wat stapjes rond zich heen zet en vooral koning loopt te zijn...

Nu snap ik ook dat mijn blauwmoes meer naar spinazie smaakt dan mijn spinazie zelf. Het is mijn koningin die eigenlijk de rol van koning speelt, maar samen in de pan moet met haar ega omdat het anders geen spinazie schotel mag heten, maar blauwmoesschotel. En da 's toch raar voor iets dat vooral naar spinazie smaakt...:)




woensdag 17 april 2013

Kom uit de kas...

Langzaam wordt het leger in mijn kasje. Mijn jongelingen trekken langzaam de voortuin in en groeien uit tot adolecenten met hier en daar al wat volwassen en vruchtbaar gedrag. Een enkel nakomertje of laatbloeiertje blijft nog wat hangen in de kweekbak, maar ik verwacht dat ze over niet al te lange tijd ook hun grotere broers en zussen achterna zullen gaan. Uiteindelijk blijf ik hooguit nog achter met wat zorgenkindjes, die de reis naar het grote buiten nooit zullen maken. Zelfs mijn autistische plofcactus kijkt al benauwd bij de gedachte dat ook zijn surrogaat vriendjes, de uitgedroogde lavendel, binnenkort zullen verkassen.

Ik heb hem gerustgesteld, onder de achterblijvers bevinden zich ook de paprika, de klimcourgette, de kleine peper, de Japanse pompoen en natuurlijk een hele familie tomaten in alle varianten. De meeste staan op dit moment nog op mijn vensterbank, maar zullen binnenkort hun residentie nemen in de grondbakken met klimrekken.

Toch is het anders zonder al die jonkies. Ik ben zelf vader van 3 kinderen waarvan de jongste vandaag voor het eerst naar voetbal ging en de oudste net een huis heeft gekocht. De middelste is inmiddels ook al aardig met zijn vleugels aan het klapperen om later uit te gaan vliegen. Als ouder ben je op een of andere manier toch bang om alleen achter te blijven, om niets meer te hebben om voor te zorgen of niemand te hebben die voor jou zorgt...

Gisteren begon Jelle over die oom van een vriend van een zus van een kunstenaar die in een woonwagentje op het land van zijn dochter woonde. Die man waar ik in mijn vorige blog over vertelde. Jelle had er over nagedacht en zei ' Pappa, als jij straks oud bent, mag je ook bij mij in de tuin wonen, hoor!'.

Nadat mijn hart een tijdje later weer tot bedaren was gekomen van alle ontroering ben ik stiekem even naar de plofcactus gelopen om dit goede nieuws met hem te delen en te beloven dat hij zeker met me mee mag. Uit zijn reactie bleek dat zwijgen nog altijd toestemming is...

Gelukkig heb ik een oplossing voor mijn verlatingsangst gevonden! Toen ik vanavond voor het eerst mijn eigen gekweekte groentespruiten van mungbonen (taugé) en Black Eye Peas (ze smaken net zo lekker als dat ze klinken!) verwerkt had in een maaltijd die me wonderbaarlijk goed smaakte, besloot ik dat nooit meer zonder jongelingen kwam te zitten. Het kweken van jonge groentespruiten gaat namelijk een vaste bezigheid worden in mijn kas.

Methode (in ontwikkeling)
Naar aanleiding van een blogberichtje op de Makkelijke Moestuin ben ik aan de slag gegaan met het kiemen van groentenzaden op vermiculiet. Wat heb ik gedaan?

  • Bij de toko Weuro in Nijmegen een zak Mungbonen en een zak Black Eye Peas gekocht (ieder een pond, rond de € 1,75)
  • Van elke soort bonen een flinke handvol voorgeweekt in warm water en 24 uur laten staan (afgedekt)
  • In twee vleesbelegbakjes een laagje vochtige vermiculiet gedaan met daarover heen één laagje toilet
  • Allebei de soorten bonen ieder in een bakje verspreid.
  • Deksel erop en weggezet op een donkere plek in de kast
  • Vervolgens ben ik de bonen 4 dagen vergeten totdat ik wat nodig had uit de kast
  • De bonen uit het papier geplukt, ging niet zo goed en al het papier en vermiculiet kwam mee...
  • Vervolgens alles in een vergiet gedonderd en afgespoeld boven een bak. Het toiletpapier loste op, de vermiculiet spoelde zonder probleem in de bak en wat overbleef was lekkere, frisse en schone kiemgroente!

Recept
Alle bonen waren goed gekiemd, roken fris en smaakte verrassend knapperig en sappig. Ik vond de
Black Eye Peas lekkerder dan de taugé, een wat meer nootachtige smaak. Ik heb vervolgens een rood uitje en een knoflookje gesnipperd, deze met wat tofu langzaam laten smoren in wat olijfolie totdat de ui lekker zoet werd, de kiemgroente erbij gedaan en even op heet vuur 4 minuten gewokt, peper, gemalen zeezout, geelwortel, komijn, kerrie, koriander, wat zoete ketjap en oestersaus erbij en smullen maar. Een heerlijke maaltijd die je langzaam moest eten omdat de kiemgroenten lekker knapperig waren, een beetje met de bite van hele jonge verse cashewnoten...

Ik ga nog op zoek naar een manier om geen papier te hoeven gebruiken. Dat spoelen met vermiculiet en papier vind ik toch een beetje een zootje. Ik denk dat ik het ga proberen met wat kaasdoek. Dat zou moeten werken. Ik houd jullie op de hoogte!!




maandag 15 april 2013

Sprakeloos...

Ik had eigenlijk verwacht dat ik na zo'n 25 overpeinzingen over mijn voortuintje en mijn kasje wel een beetje uitgepeinsd zou zijn. Maar niets is minder waar. Iedere keer dat ik door mijn voortuintje loop of mijn kasje bezoek ben ik weer even verwonderd over wat ik nu weer zie. Misschien komt het door mijn volledige onervarenheid en is de leercurve zo stijl dat wat ik zie naar wonderen neigt...

Di weekend was ik uitgenodigd om samen met een zootje ongeregeld, dat toevallig ook deel uitmaakt van mijn vaste vriendenkring, te spelen tijdens de open dag van een kunstsmid. Ik had Jelle meegenomen, die altijd graag een potje muziek mee maakt, dan wel of niet in de juiste maat. Een oom van een vriend van een zus of iets van die strekking woonde naast de galerie in een woonwagen. Of eigenlijk meer een woonwagen die door de jaren heen uit was gebouwd tot een eengezinswoning, bestaande uit afvalmaterialen die, toegepast, uiteindelijk absoluut geen afvalmateriaal bleken te zijn. Nadat dat we de overheerlijke linzensoep waarvoor we uit werden genodigd genuttigd hadden, kregen we een rondleiding over het terrein, dat vooral gedomineerd werd door een overdaad aan dierlijk grut. Jelle was extra gemotiveerd aangezien hij die ochtend voor het eerst als 5-jarige vrijwilliger alle hang en spandiensten succesvol had weten uit te voeren bij het dierenweidje om de hoek.

Het was een overdaad aan lente in dit onverwachte paradijsje. Je struikelde over de jonge eenden, ganzen, kippen, koeien en schapen en in een stal die sinds de tweede wereld oorlog onveranderd was gebleven (zelfs de munitieblikken waaruit de wanden van de stal waren opgebouwd waren nog intact) vonden we de twee schattigste biggen die ooit hebben bestaan...

Ik merkte aan Jelle dat hij een overdosis aan dieren had meegemaakt vandaag. Alleen de dikke pad waar hij al een half uur mee liep te zeulen kon nog enigszins zijn aandacht vasthouden.
Toen liet een van de paradijsbewoners mij haar volkstuintje zie. Ik was sprakeloos. Want op het stuk land dat groter was dan mijn hele buurt stond namelijk...niets.

Ik keek haar vragend aan en zij antwoordde lachend "na zoveel jaren ervaring zijn we gestopt met voorzaaien en dingen in de grond te stoppen terwijl het weer er nog niet aan toe is. Je kunt de natuur nu eenmaal niet forceren. En doe je het toch, dan betaal je er altijd een prijs voor. Ná ijsheiligen gaat bij ons alles pas de grond in. Groeit vanzelf. Geen centje pijn.

Daar stond ik dan met mijn kasje, mijn moeizaam in het te vroege voorjaar opgekweekte zaadjes en smaakloos gevroren spinazie. Het is dus gewoon weer een kwestie van geduld...

Sprakeloos en nederig verliet ik dit paradijsje in niemandsland en liep weer naar het kunstenaarsfeestje in de echte wereld... Terwijl we aan het spelen waren merkte ik dat ik onbewust het tempo steeds meer vertraagde. Geduld is een wonderlijk iets...





zondag 14 april 2013

Zucht...

En, wat had ik je gezegd? Mooi hè! Dus ga weg hier, niets te lezen. Ga naar buiten! Morgen ben ik er weer...

Op wacht...

Ondanks dat ik gisteren laat terug was van een erg leuk optreden, ben ik vanmorgen vroeg opgestaan. Ik heb een thermoskan koffie gezet, genoeg boterhammen voor de hele dag gesmeerd, fruit, water, een tussendoortje en een camera voor als ie komt....

Want hij komt. Vandaag. De weerman zei het. Ik zei het zelf vorige week. Iedereen zegt het. Het kan ook niet anders. Het is tijd. Tijd voor de lente!

Hier zit ik op een stoel in mijn achtertuin. Precies op het plekje op de hoek van de veranda, net naast het sprokkelhout waar onze egel zijn residentie heeft. Daar komt de zon meestal het eerst op. Op dit moment is het nog bewolkt, maar met mij hebben alle vogels, knoppen en de rest van Nederland er alle vertrouwen in dat de lentezon vandaag zijn gezicht laat zien. Vandaag wordt deze koperen knapperd verantwoordelijk voor ontelbare openbarstende knoppen, diepe zuchten en kloppende harten. Hele vlinderkolonies trekken vandaag over het land om duidelijk te maken dat er geen terugweg meer mogelijk is: Vandaag begint de lente.

Straks, rond een uur of 12, verhuis ik met het spektakel mee naar de de voortuin. Dan hebben mijn plantjes in de bakken daar voor het eerst het genoegen om kennis te maken met de lentezon. Mijn camera is volgeladen en ik heb een extra accu om straks hun groeiproces vast te kunnen leggen.

Rond het late middag uur komen een aantal vrienden langs om mee te helpen met de Grote Pluk. Door de ongelofelijke energie die vandaag na al die tijd los komt kan het namelijk niet anders dat mijn voortuintje vandaag zijn achterstand in één dag wegwerkt. Ik verwacht enorme kroppen sla, suikerzoete worteltjes, sappige bietjes en openknappende bonen voordat de zon uiteindelijk in kracht afneemt en zich voorbereid om over te gaan in een heldere, lichtfrisse avond.

Na de grote pluk houden wij een enorm feestmaal van de legendarische opbrengst uit mijn voortuintje dat onvermijdelijk overgaat in een buurtbachanaal dat tot diep in de nacht duurt en comateus eindigt tussen de bakken in mijn voortuin.

Morgen, als we in de koude regen wakker worden, beschaamd en rillend onze van het lijf gerukte kleren weer aantrekken en zwijgend afscheid van elkaar nemen hopen we stiekem dat het volgend jaar weer een keer lente wordt. Want zo moet je daar mee omgaan in dit land.
Pluk de dag...

vrijdag 12 april 2013

Plofcactus

Ik ben er achtergekomen dat de palmcactus die mij afgelopen zondag door een lieftallige maar onoprechte en opportunistische studente na een rondleiding door een mega vegastal door de maag werd gesplitst, last heeft van een ernstig trauma. Sinds ik hem (of haar, bij cactussen moet je altijd extra voorzichtig zijn om daar achter te komen) liefdevol een eigen plekje boven op de kast in de kas heb gegeven, is hij niet gegroeid, gekrompen of op welke andere wijze dan ook veranderd. Het plantje stond volstrekt verstijfd boven op de kast en reageerde zelfs niet op het briesje dat door het dakraam zijn starre palmblaadjes streelde.

Toen ik terugdacht aan waar hij vandaan kwam, begreep ik het ineens. Dit slachtoffertje is zijn leven lang, opgepropt tussen lotgenootjes, van de ene oppotbak naar de andere verhuist, besproeid geweest tegen alles wat ook maar enige uitdaging in zijn miserabele leventje had kunnen brengen en bovendien verstoken geweest van enig menselijk dan wel liefdevol contact.

Ik ben onbewust in het bezit gekomen van een zogenaamde plofcactus: een in recordtijd opgefokt massaplantje, zo goedkoop mogelijk aantrekkelijk gemaakt voor de verkoop, maar verstoken van enige geestelijke of spirituele ontwikkeling (iets wat voor een cactus überhaupt al een hele opgave is).

Ik heb het stakkertje direct tussen wat schijndode lavendel gepropt, die met hun dorre, stekelige takjes hopelijk iets van zijn oude leefomgeving nabootste. Even kreeg ik het gevoel dat het plantje zijn blaadjes even ontspande, maar al verstarde hij weer en toen ik net nog even in het donker ging kijken, stond hij er nog net zo apathisch bij...

Boos en ontdaan lig ik nu al een uur wakker in bed en schrijf deze noodkreet aan de wereld.
Stop de mega vega stallen! Stop de productie van plof planten met nauwelijks ruimte om hun blaadjes naar het licht te keren! Stop de onmenselijke behandeling van hen die uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor de levenslucht die wij dagelijks als vanzelfsprekend inademen.

Vanaf morgen haal ik al mijn plantjes uit de kas en zet ze vrij in de tuin. Om de dag verplaats ik ze, zodat ze toch het gevoel hebben dat ze een beetje hebben kunnen scharrelen en iets van de wereld hebben gezien. En bovendien gebruik ik niks geen biologisch zaad meer! Die biologisch opgekweekte bofkonten hebben al genoeg geluk gehad, die redden het zelf wel. Nee, het zijn juist de plantje en de zaadjes uit de. Megaindustrie die onze aandacht hard nodig hebben!

Dus ik roep iedereen op om samen met mij al het groen uit die vreselijke tuincentra 's nachts te bevrijden en los te laten in de vrije wereld. Sommige doorgefokte exemplaren zullen het in het wild misschien niet redden maar ach, dan hebben ze in ieder geval nog iets mee gemaakt...

Sluit je aan bij Wakker Zaad en red onze groene vrienden! Stop de plofplant!

Ongegrond

Ik begrijp dat veel passanten die de moeite nemen eens naar mijn tuintje te kijken en een praatje te maken enigszins terughoudend worden als ze horen dat er in mijn makkelijke voortuinbakken alles zit, behalve échte grond. Ondanks dat Lent een traditioneel tuindersdorp is dat onderhevig is aan grote veranderingen (90% van de kassen is inmiddels verdwenen), loopt hier voor een kapitaal aan kennis doelloos over straat, niet wetend wat ze met hun ervaring aanmoeten. En als één van die import-nieuwkomers ze dan ook nog gaat vertellen dat alles beter groeit zonder grond, het goedje dat jarenlang de basis was van hun zuurverdiende boterham, dan zijn de spreekwoordelijke rapen gaar...
Ook al leg ik ze het uit, de turf voor de luchtigheid, de compost voor de voeding en de vermiculiet als vocht regulator: voor een moestuin moet je spitten, bukken, zweten, vloeken, lijden en dan pas oogsten.

En misschien hebben ze ook wel gelijk. Misschien draait het bij een moestuintje helemaal niet om de opbrengst, maar juist meer op de inzet om iets te bereiken. Een uitlaatklep, een uitdaging, een lichamelijke afleiding van geestelijke belasting of een gezin dat je soms graag even uit de weg gaat...
Misschien moet je het voor je planten ook niet te makkelijk maken, ze een uitdaging geven om beter hun best te doen om te groeien en te overleven. Wellicht komt het ook wel ten goede van de smaak...

Om de proef op de som te nemen heb ik twee potjes basilicum uit de supermarkt naast elkaar gezet, waarvan de ene in het eigen potgrondmengsel en het andere aangevuld met de speciale mix, zoals eerder al besproken. Na een week was er duidelijk een verschil. De basilicum die het moest doen met de originele grond legde al bijna het loodje. Er word zelfs beweerd dat basilicum uit de supermarkt zo gekweekt is dat deze maar een paar dagen meegaat. Maar als je naar de andere basilicum kijkt die in de speciale mix heeft mogen staan, zie je al snel dat het niet aan de basilicum ligt, maar eerder aan de grond waarin deze moet groeien. Dus maak ik het voor een plant nu te gemakkelijk, of juist mogelijk om goed te groeien?


Nog een voorbeeldje is mosterdzaad in een traditioneel kweekbakje en in een transparant plastic kuipje met een dekseltje en vermiculiet. Het traditionele kweekbakje moet ik iedere dag voorzien van vers water, het kuipje met vermiculiet maak ik één keer vochtig, zaad erin en deksel erop. En zie het resultaat, maar vooral het verschil na 4 dagen...


Gemakkelijk is niet altijd beter, maar slimmer wel. En daarom ga ik met gegronde redenen verder met mijn ongegronde stukje grond...

woensdag 10 april 2013

Kippig.

Vandaag ben ik een beetje kippig. Een van de neusvleugels van mijn bril brak af en daardoor gaat het lezen en dus ook schrijven minder goed. Over kippig gesproken; kippen zijn een onderwerp dat al langer in mijn achterhoofd rondspookt. Voor mij horen kippen bij een moestuin. Je plant ze weliswaar niet, maar veel afval dat niet op je composthoop kan vindt gretig aftrek bij kippen. Bij varkens trouwens ook, maar daarmee kom ik echt niet weg in de straat, ben ik bang...

Toen ik enige tijd terug het onderwerp kippen eens liet vallen bij de buren waren de gevoelens gemengd. De voor en tegens werden uitvoerend doorgenomen maar de eindconclusie was duidelijk: kippen stinken, maken lawaai en trekken ratten en muizen aan. 'T is hier geen boerderij. No go. Jammer. Toch liet het onderwerp mij niet los. Vrienden van mij hebben krielkippen, wel twaalf, en door een vernuftig hok dat goed is schoon te maken, het regelmatig omscheppen van de loopruimte buiten en de afwezigheid van een haan kon ik geen stank, rat, muis of buitensporig lawaai waarnemen.

We hebben het onderwerp een tijdje laten rusten. Tot vandaag. Na het eten besloten we een eindje te gaan wandelen met Jelle en kwamen langs het dierenweidje in Lent. Jelle viel met zijn neus in de boter want de aardige mevrouw die trouw elke dag de dieren verzorgd kwam net aan. Jelle mocht direct mee de weide in en omdat ie nergens bang voor is liet ze hem de beesten voeren, de vandaag geboren lammetjes vasthouden en de kalkoen de baas spelen.


Als bonus mocht onze boer in wording nog even mee het hok in en kwam trots met twee verse eitjes terug. Op de terugweg opperde mijn vrouw nog om de eitjes zelf maar uit te broeden. 'Goed idee' dacht ik, 'maar ja, de buren..'.

De komende twee maanden ga ik de buren paaien met groenten, uithoren om hun zwakke plekken in kaart brengen en goed oefenen op onweerlegbare argumenten. Dan, op het moment dat er geen haan naar kraait, sla ik toe. Als ik 's nachts in het geheim een kippenhokje in elkaar zet, mijn jonge hennen al vanaf het begin dreig met "Stil te zijn of anders..." en hun hokje en ren op zijn Zen's schoonhoud, dan moet het toch allemaal geen probleem zijn...toch?

Mochten de buren er alsnog achterkomen en commentaar hebben, dan zet ik desnoods Jelle in als joker. Want zeg nou zelf: zo'n dierenvriend kun je toch niets weigeren...


Jelle heeft uiteindelijk besloten om zijn eitjes toch niet zelf uit te gaan broeden. Zijn liefde voor dieren gaat erg ver, maar het vooruitzicht op en de voorliefde voor pannenkoeken na school heeft het het toch gewonnen. Zo zie je maar weer: de liefde van een man, hoe jong ook, gaat door de maag...




dinsdag 9 april 2013

En toen...

....En toen stond ik met mijn vrouw Ieke in onze voortuin te kijken naar het resultaat van mijn al enige maanden durende bevlieging. Het zat erin. Al die plantjes die ooit zaadjes waren en iedere dag aandacht van mij hadden gehad, stonden nu in de moestuinbakken in onze voortuin. Met een kopje koffie in de hand stonden we even stil te zijn en de gevolgen van alle voorgaande acties te overwegen. Na een tijdje vroeg Ieke, nuchter als zij is, aan me 'En, wat ga je nu straks met al die groente doen?'.

Die vraag had ik al lang verwacht en nog steeds kon ik geen goed antwoord verzinnen. Toen ik nog klein was en mijn vader met diezelfde passie en een goede vriend aan een volkstuintje begon, puilde in een goed seizoen de fietstassen dagelijks uit van de groenten. En dan te bedenken dat de volkstuin die mijn vader runde vele mate groter was dan dat kleine voortuintje van mij. Hele rijen tuinbonen wierpen tegelijkertijd jongen en ondanks dat ik probeerde in die periode onzichtbaar door het leven te gaan wist mijn moeder mij iedere keer net op tijd te strikken voor een rondje bonen doppen aan de tafel in de bijkeuken. Grappig toch dat die geur van verse bonen mij zo is bijgebleven en dat ik uiteindelijk toch van de smaak van tuinbonen ben gaan houden...

Het overschot probleem loste mijn moeder zoals zoveel praktische echtgenotes uit die tijd op door een periode lang de weckketel en de weckflessen tevoorschijn te halen. Het vocht stond op de ramen in de uren dat mijn moeder lading na lading potten weckte en deze uiteindelijk een plekje gaf in de koude kelder. Alle appel, peren, rabarber en andere moes herinner ik mij nog goed, maar de smaak van ingemaakte groenten staat me vreemd genoeg niet meer bij...

Maar wecken is blijkbaar uit, te veel werk en niet meer bedoeld voor het moderne huishouden dat niet eens meer beschikt over een koude kelder. Ieke keek mij nog steeds licht spottend aan, in afwachting van een antwoord op haar vraag. Op dat moment zag ik de buurvrouw op de hoek bezig met de laatste loodjes van haar voorjaarsschoonmaak die vandaag zijn einde had gevonden in haar schuurtje. Ze kwam net de hoek om met een steekwagentje met daarop...een koelkastmodel vrieskist! Zonder Ieke antwoord te geven liep ik naar de buurvrouw toe en keek haar vragend aan. 'Iets voor jou?' vroeg ze en duwde lachend, het antwoord al radend, het steekkarretje in mijn handen.

Toen ik met mijn zojuist verworven oplossing terug liep langs Ieke en haar aankeek alsof ik alles wat zoeven gebeurd was al ruim van te voren voorzien had, nam ze de laatste slok van haar koffie en zei met een gelaten zucht 'Het moet niet gekker worden...'.
Arme schat, je moest eens weten...




maandag 8 april 2013

Lente 2.0

Noem me een softie, noem me een neuroot, noem me een sentimentele dwaas. Noem me alles wat je wilt, maar het gevoel dat ik vandaag had toen ik naar mijn eindelijk echt gevulde moestuin keek neemt niemand mij meer af...

Vandaag, al voordat ik thuiskwam van mijn werk, voelde ik het al: de echte lente. Niet de meteorologische, niet die op de kalender en zeker niet, door de zoveelste weerman, beloofde lente. Nee, de echte. Het hing in de lucht en als je het goed keek zag je alles wat om ons heen groeit zinderen van energie. Het is begonnen en niet meer te stoppen. Niet door de regen die er aankomt, niet door zware windstoten of koeltedipjes, nee, de lente is gearriveerd. En ik voorspel dat komende zaterdag, misschien vrijdag al, als het flink heeft geregend en alle plantjes zich bol hebben kunnen zuigen om eindelijk hun entree te maken, de wereld veranderd. Ik voorspel dat we een lente opening krijgen als nooit van te voren. Een lente waar liedjes over geschreven worden. Een lente waar liefdes beginnen en eindigen maar die onthouden wordt om de lente zelf. Een lente waar we met zijn allen zo naar gehunkerd hebben. Een heerlijke echte lente die je vult tot op het bot met de broodnodige energie die alleen de lente je kan geven. De bakermat van al het leven, het enige echte seizoen dat er toe doet...

Vandaag heb ik alle planten die minimaal net uit de luiers zijn uit hun bezadigde broedplaats gerukt en ze, voorbereid of niet, deel uit laten maken van de wereld zoals deze voor hun bedoeld was, mijn eetbare voortuin. Geen kolen netjes rij aan rij, geen sla na sla, nee, lekker alles door elkaar. Wat me verbaasde was dat ik, nadat alle plantjes in de bakken zaten, nog de helft aan bakken overhield. Deze zullen moeten wachten totdat mijn andere zaailingen groot genoeg zijn om ze te vergezellen.

Vanaf vandaag is mijn eetbare voortuin een feit. Natuurlijk stond er al wat in en ben ik al maanden bezig met mijn kasje, maar vandaag voelt toch als een mijlpaal. Zelfs het koud gezaaide grut in mijn bakken begreep ineens wat de bedoeling was en kwam sinds vandaag boven de grond kijken, alsof ze de nieuwkomers wilde verwelkomen!

O ja, even de feiten zoals beloofd. Wat zit er op dit moment in mijn voortuinbakken:

  • Groene kool
  • Witte kool
  • Rode kool
  • Spitskool
  • Bloemkool
  • Broccoli 
  • Rode ui 
  • Franse uit
  • Knoflook
  • Broccoli roosjes
  • Mini broccoli
  • Wortels Amsterdamse Bak
  • Franse worteltjes
  • Regenboogwortels
  • Bleekselderij
  • Italiaanse nietjes
  • Italiaanse spruitjes 
  • Palmkool
  • Groene paksoi
  • Witte paksoi
  • Tatsoi  kas) 
  • Zonnebloemen
  • Sugarsnaps
  • Stoksnijboon
  • Klimsnijboon
  • Roze tuinboon
  • Pronkboon
  • Eikenbladsla
  • Krulsla
  • Veldsla
  • Wilde rucola
  • Gewone rucola
  • Goudsbloem
  • Groningse snijmoes
  • Winterspinazie
  • Gewone spinazie
  • Radijsjes
Wat nog in de kas staat te groeien om over een maandje naar buiten te gaan:
  • Haricot verde
  • Klimcourgette
  • Kleine ronde courgette
  • Kleine komkommer
  • Nieuw Zeelandse klimspinazie
  • Artisjokken
  • Witte en rode bos aardbeien 
  • Peterselie
  • Venkel
  • Karwij
  • Koriander
  • Knoflookbieslook
  • Franse lange uien
  • Prei
  • Groene asperge
  • Kleine Romeinse sla
  • Botersla
  • Paarse Italiaanse bloemkool
  • En nog meer van wat nu al buiten staat
Wat in de kas blijft:
  • Trostomaat
  • Vleestomaat
  • Kleine gele tomaat
  • Heinz tomaat
  • Pruimtomaatjes
  • Tiny Tim tomaatjes
  • Oranje puntpaprikaatjes
  • Pittige rode paprikaatjes
  • Gewone groene paprika
  • Tasmaanse peper
  • Oranje ronde Turkse aubergine
  • Kleine ronde aubergine
  • Mosterdzaad
  • Kiemgroente
  • Gewone basilicum
  • Grove basilicum
  • Citroen basilicum
  • Tulsi
  • Japanse pompoen
  • Spaanse reuzenaardbei
  • En nog wat klein grut



Ik besef me ineens dat dit, voor iemand die niet van groenten houdt, wellicht een lichtelijk overdreven oogst gaat worden... Aan de andere kant: ik ben dol op koken en bezoek! Het zou dus nog wel eens een drukke zomer kunnen worden..Misschien hebben jullie nog suggesties voor wat te doen met al mijn toekomstige oogst....?


Baas boven baas

Om heel eerlijk te zijn: eigenlijk ben ik best trots. Trots om mijn kasje dat ik van ouwe meuk in elkaar heb geflanst en dat nog steeds niet is ingestort; trots op mijn moestuinbakken die een oude zoldervloer van vrienden een tweede leven heeft gegeven en trots op alle zelfgekweekte plantjes die niet bevroren, verbrand, uitgedroogd, verdronken of anders dood zijn gegaan...

Maar vandaag dreigde deze trots even een deuk op te lopen. Ik ging namelijk met Jelle en mijn broer Joop deze ochtend op pad voor een rondje 'Kom in de Kas'. Speciaal tijdens de Open Monumentendag openen een aantal kassen in de omgeving dan hun deuren voor het publiek.
We hadden ons verheugd op de eerste kas die we zouden gaan bezoeken; een aardbeienkwekerij! Vooral Jelle had hoge verwachtingen, want én aardbeien én een springkussen, dat was eigenlijk te mooi om waar te zijn...

Dat was het dus ook. Toen we aankwamen, samen met nog een kleine honderd bezoekers waarvan de jongere helft met dezelfde verwachtingen als Jelle, waren er inderdaad heel veel aardbeien. Of eigenlijk: een lange, steriele hal met hoogopgehangen aardbeienplanten in potten. Met geen of groene aardbeien. Op de vraag aan de tuinder, die niet wist wat hij met zoveel publiek aan moest, of hij iets kon vertellen over de werkwijze, kregen wij slechts als antwoord dat de planten 20 keer per dag water kregen en dat we door moesten lopen om plaats te maken voor de volgende 50 geïnteresseerden.

Ook het springkussen had moeite met het vele publiek en Jelle week al snel uit naar de ijs-met-aardbeienkraam. Zijn dag kon niet meer stuk. Ik vond echter de romantiek rond het tuinieren ver te zoeken, laat staan een leuk Perzisch tapijtje zoals in mijn eigen kas om de boel een beetje op te vrolijken. Naast de thermoskoffie waren er in plaats van aardbeien ook aardbeienplanten te koop. Ik twijfelde nog even omdat ik dacht het gemis aan romantiek te kunnen proeven aan de aangeboden aardbeien. Jelle was het daar echter volledig niet mee eens en besloot met een vuurrode volle mond dat aardbeienplanten dit jaar een prominente plaats in zouden moeten nemen in onze kas. Hoe kon ik hem ongelijk geven...

Met twee aardbeienplanten achter in de auto en nog twee bakjes voor onderweg op de achterbank gingen we op weg naar de volgende kas. Daar aangekomen viel ik volledig stil. Voor me zag ik een tropisch voetbalveld met uitsluitend net gekiemde plantjes. Kiempercentage 87,5 %. Alles volautomatisch. Ik wilde mijn afgunstige bewondering nog verhullen met een 'geen romantiek' afmakertje, maar toen een zeer aantrekkelijke jonge medewerkster tijdens een rondleiding met zoveel passie over haar plantjes sprak, alsof zij ze alle 100.000 eigenhandig de borst gaf, bedacht ik spontaan een hele andere toepassing voor mijn Perzisch tapijtje en het thema 'Kom in de Kas'...

Aan het eind van de broeierige rondleiding liet ik me gretig door haar nog een lullige palmcactus in de maag splitsen en vroeg haar of ze hier al lang werkte. 'Nee hoor' zei ze, 'Ik doe communicatie wetenschappen. Voor het script van vandaag krijg ik een extra punt. Niets voor mij hier, veel te warm met die suffe plantjes, haha!'.

Op weg naar huis betrapte ik mijzelf op een dikke grijs. Dit jaar gaan we uiterst trots zijn op onze overdosis aan vurrukkelukke aardbeien en over twintig jaar is mijn identiteitsloze palmcactus uitgegroeid tot een karaktervolle plant waarvoor ze tijdens de open dagen in de rij staan om hem te bekijken. Één voor één. Wel eerst voeten vegen. Anders wordt mijn tapijtje vies...

vrijdag 5 april 2013

De feiten

Eigenlijk wilde ik dit blog gebruiken om de wereld te voorzien van gouden tips, onbetaalbare kennis ongekend diepe inzichten. Tot nu toe ben ik blijven hangen in dagelijkse beuzelarijen en heb het blog hooguit gebruikt als een online dagboek met een hoog voyeuristisch gehalte...

Dus vandaag geen gebeuzel. Harde data en tips waar je echt wat aan hebt! Met andere woorden: een opsomming van licht informatieve weetjes gebaseerd op alle groene fouten die ik tot nu toe heb gemaakt:

Probeer
Ik had geen enkele ervaring met zelf zaaien. Daarom heb ik al in de winter een grote bak met grond voor het raam gezet waar ik zaadjes in stopte. Natuurlijk ging alles uiteindelijk dood, maar zonder enige achtergrond leerde ik uiteindelijk wel herkennen welke zaadje van dezelfde families waren en hoe ongelofelijk lang het soms duurt voordat er iets uit de grond komt.

Geduld
Nu weet ik pas dat het geen zin heeft om te vroeg in het seizoen op de vensterbank al slappe, zweterige tomatenplantjes op te gaan kweken die uiteindelijk toch geen lang leven beschoren zijn.

Niet te warm
Ik heb de kas in de voorafgaande weken iedere nacht boven de 10 graden gehouden, maar daar ben ik uiteindelijk toch mee gestopt omdat een aantal plantjes door de droge tocht toch uitdrogingsverschijnselen begonnen te vertonen. Ik houd hooguit de vorst nu uit de kas en zet overdag het dakraam open, zodat ik nu plantjes krijg die weliswaar langzamer groeien, maar wel steviger zijn.

Makkelijke moestuinmix
Zoals ik ookal in mijn eerste blog schreef, ik ben geïnspireerd geraakt door Jelle van www.demakkelijkemoestuin.nl. Hij is op zijn beurt weer geïnspireerd door de Square Foot gardening methode waarbij in vierkante bakken een speciale grondig gebruikt word: 1/3e turfmolm (voor de luchtigheid, 1/3e goede compost (voor de voeding) en 1/3e vermiculiet, een soort mineraal dat bijzonder goed water vasthoud. En ik moet zeggen, 't is echt een prettig goedje...Jelle heeft een erg leuk boek geschreven waar alles in staat om je op weg te helpen.

Variatie op zaaien onder glas
Ik heb voor de plantjes die nu al in mijn bakken gezaaid zijn van oude schrootjes vierkant bakjes gemaakt van 30 bij 30 cm met noppenplastic erop. Dit beschermd je zaailingen tegen vorst, uitdroging en katten met een zwakke blaas.

Zaaien onder glas
Aan de zijkant van mijn voortuin heb ik een bak van 4 meter bij 60 cm. Hier leg ik glasplaten op die ik voor bijna niets bij een kweker haal. Perfecte en goedkope manier om te zaaien onder glas.

Water
Niet alle plantjes hebben elke dag water nodig. Voel eerst met je vinger wat dieper kn de grond voordat je je zaailingen liefdevol verdrinkt..geef bovendien geen water met een gieter, maar gebruik een klein bakje, zoals een oud botervlootje of diepvriesbakje. Je kunt zo beter doseren en de grond spoel minder snel weg van de wortels.

Afharden
Lekker makkelijk, die groenteplantjes in het winkelcentrum. Wel even een paar dagen afharden, d.w.z. overdag een paar uur buiten en 's nachts binnen bij vorst of afgeschermd in een luw hoekje bij het huis.

Binnen zaaien
Voorkiemen in huis gaat het beste in plastic bakjes met een doorsnede van ongeveer 8 cm en minimaal 5 centimeter hoog, fijne vermiculiet er in die je eerst nat maakt in een vergiet en even uit laat lekken. Zaad erin, deksel erop en voor het raam. Lekker steriel en je plantjes kiemen als kool! Laat je niet verleiden door je plantjes na het kiemen op de vensterbank te laten staan om ze lekker snel te laten groeien: je houd slappe slungels over die het buiten nooit gaan redden. Dus na het kiemen koeler zetten!

Zaai wat je eet
Voordat je het weet val je de hele buurt, vriendenkring en familie lastig met een niet aflatende stroom aan doorgeschoten rucola, worteltjes en kropsla. Denk dus goed na wat je wil eten en hoeveel. Zaai vooral groenten die je dagelijks gebruikt of groenten die je graag zou willen eten maar te duur zijn om regelmatig te eten.

Plukken
Pluk zo vaak als je kunt! Je planten zullen meer produceren als je vaker plukt.

Zo. Genoeg droge kost. Morgen weer gebeuzel. Maar ik beloof om één keer in de zoveel blogs weer eens wat echte info te geven. Mocht jezelf nog goede tips hebben? Laat een reactie achter, dan deel ik het!




donderdag 4 april 2013

Heiligschennis

Het is me een stelletje ongure types, die ijsheiligen. Ze terroriseren met zijn vijven de volledige tuinbouwsector in het voorjaar, drijven ieder tuincentrum tot wanhoop en bezorgen menig groenevingertype hoofdzorgen, depressies en een teveel aan afgeharde planten die eigenlijk allang de grond in moesten.

Mamertus, St. Pankratius, St. Servatius, St. Bonifacius en St. Sofia, zo heet het zooitje. Één overenthousiaste brandweervrijwilliger, één afvallige paus en 3 zelfbenoemde martelaars die samen bepalen wanneer het veilig is om eindelijk te kunnen gaan moestuinen. Een volkswijsheid gebaseerd op angst, betweterigheid en valse aannames. Want niemand weet op dit moment meer wat wijsheid en waarheid is. 'Volgende week wordt het beter!' horen we al wekenlang en nu het er op lijkt dat deze vastgevroren ijsschijnheiligen onder één hoedje spelen met koning Winter vertrouw ik geen enkel weerbericht meer!

Bidden doe ik nooit, maar ik ben toch van plan om op zéér korte termijn eens een goed gesprek te hebben met St. Mamertus. Deze heilige van het vuur en de warmbloedigste van het stel moet toch minimaal met een beetje moeite een paar graden meer kunnen afdwingen? Nee heren, dit jaar hebben jullie je moment verspeelt! Geen dankbeden op 10 en 15 mei, geen lofwoordjes of schalkse knipoogjes naar boven: jullie hebben al ruimschoots rente kunnen trekken van al die extra winterdagen! Pak jullie boeltje, wegwezen hier en aangezien de klimaatopwarming ook de ruimte moet krijgen om zich te kunnen bewijzen hoeven jullie volgend jaar ook niet terug te komen. Ga maar ijskappen redden op Antarctica, jullie hebben het koninkrijk al genoeg gekost, en ik wens mijn koningsdag dit jaar niet te vieren met een bevroren oranjebitter in mijn hand...

Ik ga ervoor! Volgende week vrijdag is het bij mij plantjesdag. Of ze er klaar voor zijn of niet, al mijn kasbewoners worden vanaf vandaag afgehard en gaan volgende week de grond in. Wellicht sneuvelen er een aantal, maar soms moet je gewoon doorzetten en afdwingen. En mocht naast mijn zaaigoed alsnog een van de heiligen zijn kop boven de grond uit willen steken, dan heb ik het al op een akkoordje gegooid met St. Mamertus: die mag van mij dit jaar een keer extra te keer gaan rond de kerst. Zodat het dan in ieder geval weer kouder is dan met Pasen...

woensdag 3 april 2013

Alles op...

Wij koken iedere dag vers. Vers brood, een verse maaltijd, vers fruit bij het ontbijt...helaas blijft er altijd iets over aan schillen, restjes eten, korstjes brood en klokhuizen. Wat groen en rauw is gaat in de compostbak, de rest bij het gft. Toch vind ik het jammer. Jammer dat er geen manier is om zonder veel extra moeite exact te weten wat je gaat gebruiken, zodat je uiteindelijk, dat wat je bereid, tot het laatste kruimeltje consumeert. Nog mooier zou het zijn als het niet uit zou maken wat je klaar maakt, omdat je alles zou kunnen hergebruiken zonder veel extra energie. Het oude brood terug in de broodbakmachine, het oude fruit terug aan de boom en de restjes groenten gewoon direct terug in de grond...

Een utopie, dacht ik. Niet helemaal. Een paar blogs terug noemde ik een link van mijn broer Joop waarin iemand beschreef hoe je oude restjes fruit en groenten weer gewoon tot leven kan wekken. Ik nam de proef op de som en waarachtig, het overgebleven stronkje bleekselderij onder in de groentenla vond niet de weg naar de composthoop, maar kreeg een plaats in een desertbakje, gevuld met een laagje water. Twee maal daags een frisse douche en voilà, na een week verscheen het eerste frisse blad op het oude stronkje...

Als ik echter het tempo waarmee de bleekselderij weer terug groeit afzet tegen het tempo waarin wij het consumeren, voorzie ik een extra aanbouw om alle stronkjes te kunnen huisvesten. Misschien kunnen we in het dorp een inzamelingsactie houden voor oud fruit en groenten die de potentie hebben om te hergroeien? Wellicht een symbiose tussen de schillenboer en de groentenman...?

Maar toch, mijn bleekselderij doet het, de ananas ligt klaar om onthoofd en herboren te worden en vanavond heb ik met buitengewoon veel toewijding en een pincetje de minuscule zaadjes uit de eindjes van een bakje Spaanse reuzenaardbeien geplukt, die ik van de week op de markt had gekocht en heel graag het eeuwige leven gun...
Toch mooi, de gedachte dat sommige dingen nooit overgaan. Behalve de winter dan...

dinsdag 2 april 2013

Jelle en de bonenstaak

In één van mijn eerdere blogs schreef ik al over de voorzichtig ontluikende interesse voor groeiende plantjes bij mijn jongste zoon Jelle. Hij is al vanaf dat ie kon lopen dol op dieren en weet er dan ook schrikbarend veel vanaf, maar al dat groene spul was tot nu toe niets meer dan vervelende ballast op zijn bord waarvoor je iedere keer weer een nieuwe smoes moet verzinnen om er vanaf te komen. Toch gaat er voor een kleuter van 5 nog redelijk wat groenten in, dus ik maak me geen zorgen. Maar sinds Jelle de Roze Tuinboon heeft ontdekt en ik hem ook het verhaal van Sjakie en de bonenstaak heb verteld, over de boon die binnen een dag naar de wolken groeide, is zijn fantasie niet meer te stuiten. Waar eerst nog zijn pas ontkiemde zonnebloemen de show in de tuin moesten gaan stelen en in zijn hoofd al boven het huis uit staken, is het nu de Roze Tuinboon die binnenkort met zijn prachtige Roze Bloemen tot ver voorbij de wolken zal rijzen...

Deze maand is het thema in zijn klas "Lente op de boerderij". Beetje voorbarig naar mijn mening, maar de hele klas is al twee weken druk in de weer met plastic beestjes, kinderboerderij bezoekjes, zaadjes met naamplaatjes aan de muur en uitleg over het boerenleven toen en nu. Ik dacht: een mooi moment om een van die teveel gekweekte plantjes mee te geven die op dit moment mijn kas overbevolken. Maar hoe ik ook probeerde mijn kropslaatjes, brocolietjes, bloemkooltjes of rode bietjes aan Jelle te verkopen, er kwam slechts één kandidaat in aanmerking: de Roze Tuinboon. En zelfs dat ging niet zonder slag of stoot. Een grotere pot, een klimrekje en tenslotte zelfs 'antigroeipoeder' zodat ie niet door het plafond zal groeien...

Vol trots en behoorlijk zenuwachtig over wat de andere kinderen van zijn Roze Tuinboon zouden vinden, vertrokken wij deze ochtend naar school. De Roze Tuinboon kreeg een ereplaats op de voorstoel. Op school aangekomen trok de juf haar altijd even enthousiaste gezicht zoals wanneer een kind weer iets bijzonders meeneemt en delegeerde de Roze Tuinboon naar een plekje op de vensterbank, daar waar de zon nooit schijnt.
Ik zag aan haar gezicht dat ze er beroepsgedeformeerdmatig al vanuit ging dat dit plantje A: uitdroogt, B: omvalt, of C: met een andere, nog niet eerder toegepaste methode om zeep zal worden geholpen. Wat ze echter nog niet weet is dat dit een Roze Tuinboon is, een plant met ongekende krachten...

Toen Jelle zijn Roze Tuinboon enigszins wantrouwend op de vensterbank plantte, keek hij omhoog naar het open vensterraampje en schoof zijn plant er voor de zekerheid precies onder. Je weet tenslotte maar nooit...





maandag 1 april 2013

Voorjaarsmoe...

Vandaag is mijn kleinste tomatenplantje met de toepasselijke naam 'Tiny Tim' op een vreselijke manier aan zijn einde gekomen. Terwijl bij de buurman het ijs nog 2 vingers dik op de vijver ligt, liep door de wolkeloze hemel de temperatuur in mijn kasje op tot hoogzomerse waarden. Uiterst rechts, boven op het hoogste plankje in de hoek, waar de zon achteraf gezien het krachtigst binnenkomt, stond Tiny Tim.

Tiny Tim was gekweekt uit een rimpelig Albert Hein tomaatje dat uit haast bij het maken van een snelle lunch achterbleef op het aanrecht en daarmee de salade en zijn lotsbestemming had gemist...Uitgeperst als fokstier bleef zijn zaad achter op een smoezelige tissue om vervolgens gedumpt te worden in hergebruikte zaaigrond waar nauwelijks nog enige voedingswaarde in zat. Vergeten stond kleine Tim in een hoekje op de vensterbank, nauwelijks voorzien van water of aandacht. In een laatste noodkreet stak hij zijn blaadjes boven de aarde uit, om eerst nog verkeerd herkend als paarse bloemkool een tweede kans te krijgen. Uiteindelijk werd hij, na een voor een kerstomaatje flinke groeispurt, weer gewaardeerd voor wie hij werkelijk was en voorzien van zijn zuur verdiende plek tussen de overige tomaten.

En daar, op de dag dat zelfs de meest optimistische persoon in mijn omgeving ook al begon te zeuren over het koude weer en het waardeloze begin van de lente, juist daar is mijn Tiny Tim, die alle ontberingen heeft doorstaan, op de koudste lentedag ooit, bezweken aan een zonnesteek...

Life sucks! Laat de lente maar zitten...