maandag 24 juni 2013

Vleselijke lust

Toen ik vanavond te laat aanschoof bij de maaltijd en met veel smaak mijn bord couscous met allerlei lekkere maar door mij niet bewust gedefinieerde ingrediënten naar binnenschoof, besefte ik dat ik één onderdeel totaal niet had gemist: vlees. Dit overkomt me de laatste tijd vaker. Ik merk het aan het afnemende plezier aan traditionele vleesbeleg op brood, maar ook aan de afnemende hoeveelheid of de afwezigheid ervan tijdens de avondmaaltijd. Toch kan ik enorm genieten van vlees. De door mijn broer met liefde gemarineerde lamsbout, vol met zoete knoflook en roosmarijn, die afgelopen zaterdag tijdens ons jaarlijkse tuinfeest 4 uur lang op de braai van Hein had liggen lekker worden was een waarlijk godsgeschenk. Ook andere soorten goed, met liefde en aandacht bereid vlees kunnen me in vervoering brengen...

Toch is er iets veranderd. Waar vroeger de mannen aan onze tafel hun gal en testosteron luidkeels ventileerde als de portie vlees ontbrak was of zelfs maar te klein was, is er nu hoogstens een licht gemopper of binnensmondse, verlangende zucht zonder uitgesproken verlangen. De regelmaat waarmee wij vlees consumeren wordt minder en de porties kleiner. Daartegenover staat dat, sinds onze voortuin en nu ook de kas steeds meer verse variatie biedt, onze ontdekkingstocht in de wereld van groenten steeds avontuurlijker en vooral smakelijker wordt. Maar hoe vers ook de groenten, je moet ze uiteindelijk wel goed bereiden!

Mijn moeder had nooit de huishoudschool afgemaakt. Ze wilde wel, maar moest als oudste haar steentje bijdragen in een gezin met 10 kinderen. Wat ze wel leerde was koken. Niet alleen thuis, maar ook als dienstmeid bij de familie Riboudouille, die het wat breder hadden. Gebaseerd op de traditionele Hollandse keuken ,beschreven in het boek 'Ik kan koken', ontwikkelde mijn moeder een kookstijl waar uiteindelijk al haar kinderen, maar vooral haar man met veel genot groot op zijn geworden. Als klein kind vond ik het wel raar dat mijn moeder altijd zelf pas at ná de maaltijd. Die gewoonte had ze aangeleerd tijdens haar werk als kokkin. Toen ik ouder werd schoof ze gelukkig wel aan en na haar eerste VOS-cursus (Vrouwen Onder de Samenleving), deelde ze mee dat ze nog wel bleef koken, maar dat de afwas voortaan het privilege van de kinderen werd. Ik denk dan ook dat de komst van de vaatwasser, net nadat de laatste uit huis ging, niet zozeer alleen voor haar eigen gemak was, maar vooral als jennertje ter compensatie voor al het werk waar we haar tijdens ons beleg van haar fort mee opgezadeld hadden...

Mijn moeder kon werkelijk heerlijk koken. Ze moest hel wel heel druk hebben, uitgeput zijn of haar hoofd bij andere dingen hebben, wilde het eten een keer niet met aandacht bereid zijn en heerlijk, verrukkelijk of zalig smaken. Toch waren we moeilijke eters. Vooral bij mij ging er absoluut geen rauwkost zoals verse tomaten, paprika's, komkommers en verder alles wat niet gekookt was in. Nog steeds niet trouwens. Daar schoot de variatie in haar Hollandse keuken voor mij in te kort. Toch heeft ze heel wat spruitjes, bloemkool en witlof bij mij naar binnen weten te krijgen door deze listig aan te bieden met haar onovertroffen verse appelmoes met kaneel, een snufje witte peper en gewelde rozijnen. Mijn vader vond dat wij alles een keer geprobeerd moesten hebben. Vooral op vakanties waren we soms een middag lang op zoek naar een betaalbaar restaurant waar hij ons dan trots liet zien hoe hij zijn forel zó zorgvuldig fileerde en de huid en graten terug drapeerde op zijn bord, dat de ober bezorgd kwam vragen waarom hij zijn vis niet had verorberd, net zoals zijn blagen die hun eigen visoverschot even zorgvuldig over de hele tafel hadden verspreid. 

Toch is de periode dat mijn ouders een eigen moestuin hadden, alles zelf verwerkte, inmaakte en iedere dag weer met trots hun kinderen voorzette, grotendeels langs me heen gegaan. Wat ik me vooral herinner zijn de krokante speklapjes, het sucadevlees, de rollades en het zure konijn met de kerst. Onbewust is er veel blijven hangen... Blijkbaar wist ik toen ze mij als laatste koter opgelucht op kamers dumpte precies hoe ik aardappels moest koken, boontjes moest schoonmaken en zelfs de bittere kontjes van de witlof werden door mij zonder nadenken vakkundig verwijderd. En zelfs als ik het echt niet meer wist en mijn moeder belde over hoe ik ook al weer haar lekkere gehaktbal kon imiteren of bittere chocoladepudding moest maken, dacht ik halverwege haar uitleg "O ja", en bevond me weer als kleine jongen op de aanrecht, gelukzalig genietend van de lauw geworden puddingrestjes uit de pan op mijn schoot...

Uiteindelijk heb ik nooit leren koken van recepten, maar puur op het vingergeheugen van moederskant en de smulpaapgenen van mijn vader. Nu ik ouder ben en het koken op de automatische piloot om maar zo snel mogelijk iets op tafel te krijgen af heb geleerd, ben ik steeds meer aan het ontdekken wat een rijkdom aan smaak groenten in zich kunnen hebben. Net als de Noordelijkste Noren die puur uit noodzaak honderden recepten hebben voor rendiervlees, kun je met dezelfde overmaatse plofkolen ongestraft 4 dagen koken, zonder je te hoeven vervelen. En variatie op je bord doet eten. Jelle krijgt de kans niet om ook maar iets op zijn bord te herkennen wat hij de vorige keer niet lekker vond, aangezien de arme jongen nooit twee keer hetzelfde te eten krijgt...

Gisteren keek de laatste van mijn 3 plofkolen mij smekend aan om verwerkt te worden. Hij kon het geen dag meer uithouden. Denkend aan mijn moeder schilde ik wat aardappeltjes en kookte ze samen met de plofkool en een van het feest overgebleven venkel op een laag bodempje water, precies genoeg om bij het gaar worden niets meer af te hoeven gieten om er een lekkere, smeuïge stamp met kerrie van te maken, Het door de braai gemiste braadworstje met gekarameliseerde partjes ui brachten me weer helemaal terug naar de grote handgemaakte eikenhouten eettafel waar het vroeger vechten was om het door mijn moeder expres overtollig gebraden worstje. Ze hield van leven aan tafel...

Verdorie! De spekjes vergeten. Zie je wel...





zondag 23 juni 2013

Party time!

"Waarom nodig je in hemelsnaam zoveel mensen uit", vroeg een moeder me eergisteren toen ik Jelle op het schoolplein op ging halen en met haar aan de praat raakte over het jaarlijkse tuinfeest dat we gisteren gingen houden. Even wilde ik zeggen "Omdat het kan", maar plotseling besefte ik ineens de werkelijke reden waarom ik zo graag zoveel mensen bij elkaar wil krijgen...

Op mijn 14e verjaardag, de periode waarin ik als late puber zelfs onzeker was over de dingen waar ik toch al aan twijfelde, gaf ik een 'fuif'. Ik ging in Oss naar school maar woonde als enigste in Lith, een dorp op 13 kilometer afstand. Op het afgereden fietspad tussen Lith en Oss had iedere fietser altijd last van een mysterieus weerfenomeen: je had namelijk altijd wind tegen. Als je omdraaide, draaide de wind mee. Ik maakte me dan ook terecht zorgen of mijn klasgenoten, waarbij ik ver onderin de pikorde stond, de moeite zouden nemen om naar het dorp af te zakken... Ik had er werk van gemaakt. Een BBQ, tuinfakkels, een lichtorgel op mijn zolderkamer en genoeg frisdrank en chips om je de hele avond bezig te houden als je niets zou weten te zeggen. Met een hippe, handgemaakte uitnodiging had ik wel 40 mensen uitgenodigd en mijn ouders waren voorbereid op een drukke avond. Ik had zelfs Stefan uitgenodigd die mijn rang op de pikorde bijna evenaarde, maar die ik eigenlijk helemaal niet mocht. Gewoon, als reserve, vanuit angst dat het niet druk genoeg zou worden...

Om 8 uur 's avonds was het buiten hondenweer en de geplande feestactiviteiten werden naar zolder verplaatst, waar ik alvast knabbelend op een zout stokje mezelf stiknerveus probeerde te verheugen op een heerlijke avond. Om 20:15 was er nog steeds niemand. Om 20:30 had ik al een fles sinas leeg en begon me zorgen te maken. Het was het leven vóór de mobiele telefoon en bellen om ieder wissewasje zat nog lang niet in ieders systeem. Om 20:45 kwam mijn moeder even bezorgd om de hoek kijken of ik mezelf nog niets aan had gedaan en om 21:00 was mijn zelfvertrouwen dusdanig gedaald dat het een afdruk achterliet in mijn berbertapijtje. Rond half 10 schrok ik wakker van de bel. Opgelucht kwam mijn moeder mij vertellen dat er bezoek was. Stefan was in the house. Schuchter kwam mijn door de regen doorweekte reservespeler mijn zolderkamer binnenlopen en mompelde iets over verdwaald zijn, in de sloot rijden en natte cadeautjes. Op dat moment vond ik zijn bezoek nog erger dan helemaal alleen blijven. Nu moest ik toch de gastheer spelen in plaats van me eenzaam rond te kunnen wentelen in mijn eigen zelfmedelijden. Veel meer dan die eerste woorden kwamen er trouwens niet meer uit en na ieder 2 liter frisdrank, twee zakken chips en alle blokjes kaas weggezwegen te hebben, stond Stefan weer op en bedankte me voor het leuke feest. 

Van binnen was ik woest op hem. Waarom was nu juist hij gewoon aardig! Waarom voelde ik sympathie voor de enige persoon in mijn miserabele leerling-leven die lager dan mij op de ladder stond... Althans, dat had ik tot dan toe altijd verondersteld. Maar toen Stefan met zijn hoofd door de zoldertrap zichzelf nog even omdraaide en me de groeten gaf van de rest de klas, die allemaal naar een ander leuk feest waren waar hij nu ook naar toe ging en waarvoor ik niet uitgenodigd was, zakte mijn zelfvertrouwen spontaan door de vloer van alle verdiepingen, om op de harde betonnen keldervloer hartvochtig te proberen nog dieper de grond in te zakken...

Nu, 's ochtends, met een brak en gelukkig hoofd, zit ik buiten na te genieten in de sporen van een geweldig tuinfeest, waar iedereen van heinde en ver naar toe was gekomen. De vrolijke klanken van de spetterende live muziek gonzen nog na in mijn hoofd, en de leftovers van het heerlijke eten word dankbaar door de merels verzameld en afgevoerd. De hoeveelheid verworven flessen wijn en sterke drank op de piano spreekt boekdelen over hoe mijn vrienden mij inschatten en de kindertafel die bijna bezwijkt onder de explosie aan creativiteit stelt me gerust over hoe het groot aantal kinderen dat er gisteren was zich vermaakt hebben. Het muzikale bacchanaal is nog uren binnen doorgegaan nadat de dienders van de wet met tegenzin ons kwamen verwittigen dat we het feest toch echt naar binnen toe moesten verhuizen aangezien een woonwijk nu eenmaal geen plek is voor een minifestival.
Het was een feest zoals het hoort te zijn...

De aardbeien in mijn kas kijken met een vermoeid hoofd naar de nieuw verworven vijgenboom en komkommerplantjes en de lege plekken in mijn voortuin herinneren me dankbaar aan alle heerlijke groenten die we gisteren voor onze gasten bereid hebben. Waarom ik in hemelsnaam zoveel mensen uitgenodigd heb? Omdat ik het kan. Wie zaait, zal in de bonen zijn...




dinsdag 18 juni 2013

Plofkool

Sinds gisteren heb ik mogen ervaren dat sommige groenten zich letterlijk dooddrinken! Toen ik met dit broeierige en warme weer mijn plantjes in mijn moestuin wat extra water gaf, hoorde ik twee keer, vlak na elkaar, een hard, scheurend geluid. Het bleken mijn spitskolen te zijn die volledig opengescheurd waren. Ze hadden zich blijkbaar niet kunnen beheersen bij het consumeren van de stroom fris, helder water waarmee ik hun dorstige wortels zoeven had besproeid. Plofkolen zijn niet meer te redden. Ik heb ze direct uit hun lijden verlost, versneden en in de ijskast gelegd. Komende weekend geven wij namelijk ons jaarlijkse grote feest en wegens de afwezigheid van eigen verse tomaten en de plotselinge overdaad aan de twee kilo zware plofkolen wordt het dit jaar spitskoolsoep met kokos. Ook lekker. 

Op dat feest komt ook mijn oude vriend Fer, waarmee ik in vroegere tijden menig bijzonder moment heb beleeft. We werkten samen regelmatig bij de Party Compagny op bruegheliaanse feesten, Hij als spreekstalmeester en ik als troubadour. Samen hebben we nachtenlang gelachen, gehuild, gefilosofeerd, gekookt, gedronken en geschreven. Lang was het mijn tweede thuis... 

Op een zomerse zaterdag, ik was jarig, pikte ik na mijn optreden ergens in het land mijn maat Fer op om mijn verjaardag te gaan vieren in de Verboden Vrucht, een prachtige, bijzondere herberg in Baarle Nassau waar de grens tussen België en Nederland letterlijk dwars door het cafe loopt. Het was een bonte avond waarbij veel gedronken, gezongen, geflirt en gegeten werd. Een heugelijk verjaardagsfeest dat het stempel "bruegheliaans" niet zou misstaan. Van heinde en ver waren troubadours, zangeressen en muzikanten neergestreken en het leek wel alsof de avond niet meer ophield. 

Toen eindelijk de laatste gasten vertrokken waren bleven mijn Fer, de waardin, de kok en ik achter. We hadden ruimschoots te veel geconsumeerd om veilig met de auto terug naar Fer's huis te rijden, helemaal in 's Gravenmoer. Gelukkig had de waardin bij de burgemeester van het dorp na veel aandringen een spiksplinternieuw tweepersoons luchtbed geregeld zodat we in de herberg op de vloer konden blijven slapen. Waar we echter bij deze enthousiaste actie niet over na hadden gedacht was hoe we het op konden blazen. De stomdronken kok had gelukkig een briliant idee! Althans, zo leek het op dat moment... In de keurig gekuisde keuken had hij een gasfles met vloeibare stikstof, die hij gebruikte bij de bereiding van sommige recepten. Met wat plakband, een slangetje en een afgesneden balpenpunt improviseerde we een blaasmondje op de gasfles en verlangend naar onze slaapplek keken we hoe de kok in razend tempo het luchtbed opblies. Even leek het goed te gaan, maar toen het erg koud aanvoelende luchtbed bijna op spanning was, knalde het ineens met een zachte plof in duizenden kleine bevroren stukjes uiteen... 

Toen de laatste rode sneeuw neergedwarreld was, leek de voorheen zo nette keuken op een misstroostig marslandschap. De volledig uit het veld geslagen kok kon niets anders verzinnen dan woest te worden en ons uit zijn keuken te verbannen. Nog even keken we met een hoopvolle blik naar de toch niet onaantrekkelijke waardin, maar ook die hoop loste al snel ook in lucht op... 

10 minuten later begon ik met mijn zwaar benevelde wodkahoofd aan de meest onverantwoordelijke dronken dodenrit die ik ooit, maar daarna ook nooit meer heb gemaakt. Kameraad Fer probeerde me nog moed in te praten terwijl hij de fles Cognac die hij nog snel even had meegesnaaid rustig meester maakte, maar ondanks mijn slakkengang leek iedere flauwe wending van de weg een haarspeldbocht op Zandvoort. Na twee uur kwamen we zonder kleerscheuren, brokken of rijontzegging aan bij Fer's huis. Daar konden we eindelijk neerploffen en gaan genieten van een welverdiende rust. En van een meesterlijke kater de volgende dag...

vandaag ontdekte ik dat de sappige, kleine courgettes aan mijn klimcourgette in de kas ineens aan het verschrompelen waren. Toch te weinig water. En weer besefte ik dat zowel plant als mens het beste af is bij de juiste dosering aan vocht. Niet te weinig, maar ook zeker niet te veel!




donderdag 13 juni 2013

Ontslakken

Zonder tegenslagen zouden er geen idealen bestaan. Je hebt ze tenslotte nodig om dat wat je al bereikt hebt beter te kunnen waarderen...

Geen enkele buitentuinder ontkomt eraan: slakken. Slome, slijmerige schuifbuiken die geruisloos als geniepige onderzeeërs  tussen je grassprieten navigeren, met hun periscoopogen je jonge sla en boontjes in het vizier houden en je de volgende dag desolaat achterlaten met geperforeerde of zelfs volledig weggevreten groenten. Ik mag zelf in mijn handen klappen. Tot nu toe heb ik uit mijn hele moestuin nog maar 1 rups en 1 slak verwijderd, en staan mijn groenten er over het algemeen als ware showmodellen bij. 

Toch zijn er ook mensen die wat minder geluk hebben... Gisterenavond was ik op bezoek bij Koken aan de Waal, twee mensen die op een prachtige, idyllische plek wonen waar ze kaas, wijn en olie verkopen en daarnaast kookworkshops geven met groenten en kruiden uit eigen tuin. Tenminste, dat willen ze graag. Helaas veranderd de dijk langs hun huis iedere avond in een soort binnendijkse D-day en zakken duizenden geallieerde naaktslakken langzaam de helling af om de opgeworpen barricades in de vorm van struiken, slakonvriendelijke planten en opgeworpen aarde te omzeilen om het met veel liefde opgebouwde paradijs rigoreus te ontdoen van zaailingen en lokend bladgroen. 

Tot wanhoop gedreven is iedere vorm van bestrijding al geprobeerd. Bakjes met bier, zand en koperstroken halen tot nu toe niets uit. Zelfs het hele goedbedoelde arsenaal aan weetjes en wondermiddeltjes van tantes, websites, goeroes en toevallige passanten kunnen de groeiende stroom van de oprukkende naakte monsters niet stuiten. Ook het briljante idee om ze dan maar te verwerken in een culinair recept moest bezwijken bij het feit dat naaktslakken te veel gifstoffen met zich meedragen om op een gemakkelijke manier bereid te kunnen worden. En mocht je ze dan alsnog urenlang gekookt hebben om ze veilig te kunnen eten, dan blijf je uiteindelijk zitten met een afzichtelijke gekookte keutel die smaakt zoals ie er uitziet. 

Tijdens het uiten van haar slakkenfrustratie plukte de vrouw des huizes eerst liefdevol een peultje met zoetsappige mini erwtjes van een plantje, om vervolgens direct een van de boosdoeners uit de struik te verwijderen, op de grond te kwakken en met veel meer kracht dan strikt noodzakelijk was te vermorzelen onder haar hak. 'Daar doe ik tegenwoordig helemaal niet meer moeilijk over', zei ze nog verontschuldigend. Het zat haar hoog.

Maar toch... Het feit dat hun ideaalbeeld van hun tuin dagelijks onderuitgehaald wordt door een stoorzender die niet te overwinnen schijnt, heeft er wel voor gezorgd dat hun tuin er nu anders uit ziet dan ze ooit hadden gedacht. Er groeien planten die ze anders nooit hadden geplant, er liggen verhogingen en afgeschermde perkjes waar je heerlijk langs kunt flaneren en veel planten krijgen een hoeveelheid liefdevolle aandacht die ze anders nooit hadden gehad...

'Wat is eigenlijk het nut van slakken?', vroeg ze zich nog even af toen ze het slachtoffertje dat aan haar hak kleefde nog eens goed bekeek. Ik heb het even opgezocht. De meeste slakken ruimen de resten op in je tuin. Helaas zijn er dus ook smulpapen die geen genoegen nemen met de restjes. Voor individuele planten helpt het om ze op een heuveltje te planten, te zorgen dat de bladeren de grond niet raken, het plekje waar ze groeien te bedekken met zilverzand of verkruimelde eierschalen. Je kunt ook een flesje aaltjes aanschaffen en deze tussen je planten verspreiden, deze parasieten gaan actief op zoek naar hun gastheren en maken ze het leven zuur. Een nest jonge egels van de opvang zouden zich dankbaar uit kunnen leven op het slakkenbuffet en een gordel van knoflook wil er ook wel eens voor zorgen dat slakken zich niet in de buurt wagen. Knoflook is namelijk zo giftig voor slakken dat een extract van 1 liter kokend water op één bol knoflook na een dag een dodelijk wondermiddeltje blijkt te zijn tegen de slome sladieven. Maar ja, om nou een hele dijk te gaan besproeien...

Teveel is minder dan genoeg. En dat geldt ook voor de aandacht die je schenkt aan een probleem wat moeilijk is op te lossen. Misschien is de tijd zelf wel de beste remedie en vindt die prachtige tuin uiteindelijk zelf een oplossing tegen zijn aanvallers. De overdaad die er nu al groeit stijgt boven ieder ideaal uit dat ik voor mijn eigen tuintje had kunnen bedenken... Ik hoop echt voor ze dat ze, in de permacultuur die ze daar proberen te creëren, een evenwicht weten te vinden waar geen van beide partijen het onderspit hoeft te delven. Ook slakken hebben namelijk recht op idealen. En bovendien kun je nu eenmaal niet op àlle slakken zout leggen. Hoewel...

Ik ben net, met dit natte weer, toch nog even naar mijn tuintje gaan kijken. Geen slak te vinden. Behalve dan op de nieuwe, frisse hortensia van mijn buurman. Met een dreigende blik kijk ik de behuisde variant even diep in zijn bestengelde ogen en wijs met een veelzeggende blik naar mijn opkomende knoflook die op nog geen meter afstand zijn vervaarlijke stengels dreigend de lucht in steekt. Van schrik trek de slak zijn eigen stengels in. Ideaal...



woensdag 12 juni 2013

Trotse vader

'Alles komt goed' zei mijn moeder altijd. En weer heeft ze gelijk...

Jaren terug, precies een jaar na mijn scheiding, moest ik de middag voor kerstavond nog even naar de stad met mijn 6-jarige dochter om een boodschap te doen. Aangeslagen, terneergeslagen en met nog geen 10 gulden op zak liep ik met Yasmin de Hema in om de haar, na veel gezeur, beloofde kerstbal te kopen. Het laatste waar mijn hoofd naar stond was een gezellige kerst en ergens was ik blij dat mijn kinderen naar hun moeder zouden gaan zodat ik de kerstdagen als troubadour kon vergeten in Stadsherberg de Mol in Delft, ver van huis. Ik ging te veel op in mijn zelfmedelijden om de glinstering in Yasmin's ogen te zien toen ze stil bleef staan bij een afzichtelijk plastic kerstboompje met lampjes dat zelfs voor de twee gulden vijftig alsnog een miskoop beloofde te zijn. Maar toen de blik in haar ogen de standvastigheid kreeg die ik zo van haar moeder herkende, zwichtte ik en uiteindelijk liep ik met een voldane Yasmin, haar gedrocht, twee ballen en nog 4 gulden op zak de winkel uit. Ze voerde iets in haar schild. Ik wist alleen nog niet wat...

We moesten nog naar de slager en op weg naar huis vroeg Yasmin me of we niet een keer naar een andere slager konden, die in de Wolfskuil. Ik wist niet hoe ze er bij kwam, maar ik vond het wel grappig en het was bovendien op de route. Bij de slager aangekomen had ze echter geen enkele interesse voor het bleke vlees in de etalage van de euroknalse slager, maar liep direct door naar de stoffige etalage van het tweedehands winkeltje er naast. Daar, terwijl Yasmin met een glunderend gezicht haar meesterplan aan mij openbaarde, stond helemaal rechts in het hoekje, geklemd tussen twee overmaatse plastic-fluwelen kerstengelen die met knikkende kopjes hun bazuin bliezen, een klein, inklapbaar porseleinen kerststalletje, dat door zijn opvallende afzichtigheid uitstekend zou staan bij de eerder verworven kerstboom.

Met voor twee gulden aan speklappen kwamen we uiteindelijk op de vroege, grauwe kerstavond thuis bij ons povere antisloophuisje. Ik mocht nog niet binnenkomen van Yasmin, ze had nog eerst iets te doen... Toen ik 5 minuten later eindelijk door haar ontboden werd, kwam ik binnen in een donkere woonkamer waar achterin de kerstboom met haar ballen en haar lampjes niet alleen het kerststalletje verlichtte, maar ook mijn gemoed... 'Vrolijk kerstfeest Pappa', zei mijn volwassen dochter van zes met de liefste blik in haar ogen die je je als vader maar kunt wensen. Alles komt goed...

Nu, jaren later, zit ik als trotse pappa tijdens een modeshow In het theater in Enschede te kijken naar een modepresentatie van mijn 21 jarige dochter voor haar opleiding. Ze straalt in haar prachtige eigengemaakte kleding en is voor mij absoluut de mooiste vrouw ter wereld. En weer hoor ik de woorden die mijn dochter van haar oma heeft geërfd. Alles komt goed...

Toen ik net, laat, thuis kwam en nog even mijn plantjes in de kas ging checken ontdekte ik dat het minikomkommertje dat ik stiekem al had afgeschreven, onverwachts toch ineens nog bloemen krijgt. Even hoor ik bazuinen schallen, het ruisen van vleugels en ver in de verte een aflatend, rinkelende gelach zoals alleen mijn moeder dat kon als ze zich in al haar zaligheid overgaf aan het succes van een van haar geslaagde plannetjes... Alles komt goed. Nu weet ik het echt zeker...


zaterdag 8 juni 2013

Alles wordt anders...

Het lijkt wel of de lente is ingehaald door de zomer...

Waar we smachtend aan het wachten waren op de eerste voorzichtige warme middagen waarin je te lang op het terras bleef zitten om iedere vitamine D'tje in je op te nemen en de gedachte aan de koude winter uit je botten te bannen, worden we plotsklaps verrast op broeierig zomer weer waar de meeste bleke benen nog aan moeten wennen....

Rondom mij zie ik een broeierigheid waarbij werk minder belangrijk wordt, kinderen te laat naar bed gaan en al gewend raken aan een laat-avond ijsje. De stress van de crisis lijkt even vergeten en menig probleem wordt tijdelijk in de ijskast gezet naast de koude witbiertjes en barbecueschotels waarvan de gebraden lucht de avondbries bezwangert. 'S avonds wordt het achtergrondgeruis van de grootschalige verbouwingen hier in Lent ineens overstemd door gelach en het knapperende geluid van vuurkorven. In plaats van gefrustreerde petities over een torenhoog van der Valk hotel dat de zon over het dorp zou ontnemen, gaan mensen als familieuitje 's avonds kijken naar het slopen van de Lentse Lus terwijl de kinderen uitgelaten graven in een van de witte zandhopen die klaar liggen als fundament voor weer een maagdelijk strak trottoir naar het nieuwe station. 

Het tempo waarin het dorp van gezicht veranderd strookt niet met de zomerse gelatenheid waarmee de bewoners het allemaal over zich laten komen... Zelfs de merels in de tuin die tot nu toe overspannen op de rand van mijn kasje mij toeschreeuwde dat ik de poes, die verdekt opgesteld in de aanslag lag, naar binnen moest halen, huppen ineens ontspannen door het gras, licht verveeld op zoek naar een worm, aangezien de poes voor pampus ligt te zonnen op slechts een steenworp afstand. De hele wereld om me heen zinkt even weg in een heerlijke siësta waarvan we hopen dat we er nooit meer uit hoeven te ontwaken...

Ook ik ben onderhevig aan de zomerse layback. Waar ik eerst tijdens de te koude dagen verbeten aan het werk bleef in mijn groententuintje, zit ik nu op mijn bankje met een Duveltje stoïcijns te kijken hoe mijn plantjes vragend om water hun kopje laten hangen... Jelle struint als een wereldreiziger het hele blok af en gaat steevast te laat naar bed. En ieder voorheen haastig hallo van passerende voorbijgangers krijgt ineens een gesprek over alles en niets als gevolg, niet zelden gevolgd door een verse muntthee of zelfs een diepere kennismaking onder het genot van een glaasje wijn en een spontaan opgegraven aardappel uit mijn potten, die aandachtig gepoft wordt in de buitenhaard en liefdevol verdeeld wordt in 4 kleine, maar zo overheerlijke partjes...

O heerlijke zomer, ga nooit meer weg. Laat ons baden in je warmte en verdrijf het schuldgevoel dat we tijdens die neplente hebben opgebouwd met ons gemopper, gezeur en gezever. De eerste mierenneuker die nu nog zeurt over dat het te warm, te droog of wat dan ook is moeten ze opknopen naast de eerste de beste ijsheilige die ooit nog mijn lente komt verzieken...

Met deze woorden sluit ik dit blog af, dat wegens overweldigend succes van het zomerweer er een week over heeft gedaan om tot stand te komen. Eigenlijk wilde ik nog wat zeggen, maar in de verte komt me een ontspannen, maar dorstig ogende passant tegemoet...Waar is de wijn? Ik hunker naar zijn verhaal...




zondag 2 juni 2013

Schijnheilig

Niet alles is wat je ziet. Sterker nog: veel dingen zijn slechts dat wat je het liefst zou willen zien. Totdat je ziet wat ze altijd zijn geweest: zichzelf...

Gezond is hip. vers is hip. ieder huishouden heeft regelmatig een potje basilicum of bieslook voor het raam staan. sla wordt weer met kluit verkocht, bij tomaten krijg je er een hele plant bij en zelfs komkommers hebben steeds vaker een bloemetje aan hun staartje. Gezond en herkenbaar. maar schijn bedriegt... De basilicum gaat binnen een paar dagen de pijp uit, zo ook de tomatenplant met zijn laffe tomaatjes en een volgroeide komkommer met een bloem eraan is überhaupt een rariteit, aangezien pas ná de bloem de komkommer ontstaat. Zelfs in mijn kasje, waar het behaaglijk toeven is, verdort de bloem voordat de komkommer echt begint te groeien. Veel  groenten worden dusdanig opgekweekt en gemanipuleerd dat ze op het moment dat je ze tegenkomt in de winkel er het beste uitzien. Toch gaat de garantie op lekkere en gezonde groenten echt maar tot aan de deur...

Een aantal jaren geleden, tijdens een zeer koude winter, vatte een vriend en ik het idee op om iets bij te gaan verdienen op de kerstmarkt in Emmerich. We maakte samen regelmatig muziek en gebruikte daarbij houten pollepels om mee te klepperen. Toevallig waren bij de blokker blanke houten pollepels in de aanbieding: een setje van een lange en een korte voor een gulden. er werden 50 paar ingekocht, afgezaagd, gaatje geboord, stempel er in gebrand en bij gebrek aan beter een dag of drie gedompeld in een emmer slaolie die mijn vriend had geregeld. Toen de lepels mooi gekleurd waren ging er nog een mooi leertje doorheen om ze per setje bij elkaar te houden en klaar! Op naar Emmerich!

Toen we aankwamen op de avondmarkt in Emmerich vloog de romantiek je om de oren, maar helaas ook de stuifsneeuw. Gelukkig hadden we een kordate oplossing tegen de snijdende koude, namelijk twee thermoskannen met warme chocolademelk met als hoofdingrediënt een flinke portie rum, verhouding 2:1. En toen begon het. Die twee uitgelaten "Hollander" verkochten met veel bravoure en in hun beste Duits "Originale klepferloffeln" van "Afrikanisches Slaolieholz". Als zoete broodjes gingen de pollepels voor respectievelijk 10,00  en 15,00 gulden over dee toonbank, afhankelijk van het formaat. Bij de vraag 'welke grootte lepels het beste zouden stemmen bij de piano van een kleindochter, saxofoon van een neefje of gitaar van de jongste zoon, adviseerden wij steevast 'die van 15,00 gulden, die zijn in G gestemd' terwijl we zo virtuoos mogelijk voordeden hoe ze klonken en daarbij keken of het werkelijk te horen was dat de pollepels van de Blokker  een toonhoogte hadden...
Na twee uur waren we los, dronken en tot op het bot verkleumd hebben de rest van de avond bockworst gegeten om weer nuchter en warm te worden. We hebben ons geen moment schuldig gevoeld over ons behoorlijk lucratieve handeltje en sloegen elkaar bewonderend op de schouders om elkaar verkooptrucs van die avond.

Een week later werd ik gebeld door mijn vriend. Iemand uit zijn dorp waaraan hij ook een setje lepels had verkocht had gebeld met een klacht. Er was iets met de lepels... Toen mijn vriend bij mij langs kwam en de bewuste set lepels uit een plastic tas haalde, sloeg er een walm van ranzig frituurvet in mijn gezicht. De lepels waren gaan schimmelen en sloegen wit uit. 'Hoe kan dit?' vroeg ik aan mijn vriend. Schuldbewust gaf hij toe dat hij zijn laatste centen uit had gegeven aan de pollepels en had moeten besparen op de afwerking...gelukkig had er bij zijn vader nog een frituurpan met slaolie gestaan die hooguit 2 of 3 keer gebruikt was...

Al hebben trostomaten weer trosjes, sinaasappels weer steeltjes, komkommers bloemetjes en sla weer kluit, dan nog is dit geen enkele garantie voor de kwaliteit van je groenten, hoe mooi ze er ook uit zien.

Gisteren belde mijn vriend. Of ik zin had om ergens te spelen, tegen betaling. Gospels op zijn Louisiana's. 'We zijn toch helemaal niet gelovig?' Wierp ik nog tegen. 'Nee', zei hij 'Maar wel katholiek'.
Halleluja...