zaterdag 28 september 2013

Stadse Fratsen

Mijn dag begint 's ochtends steevast met een kop koffie, een shaggie en Social Media, buiten op de veranda. In plaats van rondom me heen te kijken met een gezonde zelfgebakken boterham en een kop verse thee terwijl ik de frisse buitenlucht in adem, vergiftig ik mijzelf met cafeïne, nicotine en allerlei informatie die door zou moeten gaan voor geestverruimend nieuws, maar meestal niet verderkomt dan nietszeggend nieuwsarm geruis van anderen over anderen dat net zoals mijn andere verslavingen niets toevoegd aan het hier en nu...

Diezelfde honger naar het leven van anderen ken ik nog goed uit de tijd dat ik bij mijn ouders in het dorp woonde. Er waren nog geen mobiele telefoons, Facebook of Twitter, maar in het dorp bestonden andere systemen om aan je informatie te komen. De behoefte om het eigen lege leven te vullen met dat wat een ander wel durft of meemaakt werdt intensief gevoed door de vele koffiekransjes, babbeltjes op straat, kletspraatjes bij de bakker en sterke taal aan de bar van één van de drie kroegen. Stootte je aan het begin van de straat je teen, dan had je aan het eind van de straat al minstens je been gebroken. En dankzij de, in die tijd populaire 27 MC bakjes, rukten, al voordat 's nachts de brandweer op de hoogte was, hele volksstammen in pyama's, dusters en in de haast aangetrokken slippers op fiets, driewielers, brommers en tractoren uit om als eerste het warme spektakel te kunnen bewonderen. Een stevige fik, zonder dat de brandweer nog in de weg liep, was het mooiste dat er was...

Mijn ouders dachten ooit een leuke grap uit te halen door voor de grap een middaglang een bordje "te koop" in de tuin te zetten. Toen als olie op het vuur ook nog mijn moeder met mijn buurman de kroeg binnen liep, en pas veel later pas mijn vader met de buurvrouw, had het dorp genoeg materiaal om nog maanden later met de meest fantastische verhalen over partnerruil, communes en dubbele scheidingen op de proppen te komen. Er werdt altijd over je gepraat en maar zelden werdt opgedane kennis bij jou persoonlijk geverifieerd. Er waren dan ook best veel ongelukkigen die door een in het leven geroepen roddel hun leven lang bestempeld waren met een vooroordeel. Deze paria's hadden behoorlijk moeite om zich sociaal staande te houden tussen de kaken van de beschermende, maar wurgende en soms dodelijke dorpse roddeltang. Veel jongeren trokken weg uit het dorp, op zoek naar vrijheid. Andere voelden zich juist veilig in deze omgeving en maakten volop deel uit van deze pre-digitale blaatcultuur.

Toch zou je denken dat met de huidige sociale media cultuur, waar de meeste mensen actief deelnemen aan het delen van informatie over zichzelf en anderen en waarbij men ook direct kan reageren op dan wel niet positieve reacties hierop, dat het voorheen achterbakse karakter van dit dorp langzaam zou overgaan in een soort van harde openheid, waar iedereen een eerlijke kans krijgt om zowel dader als slachtoffer te zijn. Niets is helaas minder waar. De nieuwste tactiek om een ander af te zeiken, zwart te maken of te veroordelen op basis van gebakken lucht is de betreffende pispaal simpelweg te negeren, te blokkeren of dood te zwijgen op diezelfde Social Media. Samen iemand digitaal vleugellam maken blijkt nog leuker te zijn dan die goeie ouderwetse stevige fik in het huis van een ander...

Nu is mijn zus als laatste Houkes uit het dorp vertrokken. alleen mijn ouders liggen in hun graf nog na te genieten van de fijne tijd die ze in dit dorp gehad hebben tijdens de streken die ze uitgehaald hebben om het roddelvuurtje aan te wakkeren. Zij wisten zich als stadse import van jaren geleden staande te houden in dit dorp, ondanks dat het ook hun vaak moeilijk werd gemaakt. Tijdens de verhuizing afgelopen week dacht ik met gemengde weemoed terug aan mijn krantenwijk langs de prachtige dijk, de struinpartijen door de polder, maar ook aan de nimmer aflatende pestpartijen op school, de eenzame speelmiddagen op zolder en de opluchting toen ik uit het dorp vertrok. Een dorp waar iedereen je groet op straat, maar waarbij je nooit wist wie zijn groet werkelijk meende...

Vandaag zie ik mijn buurman door het raam weer eens bedenkelijk kijken naar mijn afstervende zonnenbloem, waarvan de bloem inmiddels gigantische afmetingen heeft aangenomen en zijn zaden met een toenemende regelmaat tussen zijn bijna beangstigend goed onderhouden coniferen aan het uitstrooien is. Ik besluit meteen naar hem toe te gaan en hem de kans te geven zijn groeiende bezorgdheid te kunnen uiten. Gelukkig kan dat bij hem. Voor de andere buren die van alles over mij vinden maar dit nog nooit direct geuit hebben: morgen toch maar even langs mijn zus gaan om te vragen of dat oude bordje met "te koop" nog ergens opgedoken is tijdens haar verhuizing...




vrijdag 13 september 2013

Ei-geheimer

Ik heb een geheim. Of beter gezegd: iemand heeft een geheim met me gedeeld. En nu hoor ik dat geheim voor me te houden. Dat is het lastige van geheimen van anderen. Je kunt er zo weinig mee, behalve verklappen... Het liefst leef ik zonder geheimen. Het maakt het leven een stuk eenvoudiger, je hoeft niet steeds na te denken over wat je wel of niet mag vertellen en uiteindelijk is het vaak een opluchting als ze uiteindelijk uitkomen.

Maar wat is eigenlijk een geheim? Is het gewoon niets meer dan kennis waarbij de houder ervan vermoed dat deze op de een of andere wijze wat waard is voor een ander en waardoor hij, via dat geheim, zelf ook in waarde stijgt?

Het ene geheim is het andere niet. Veel geheimen zijn niets meer dan verhulde onwaarheden die een beetje opgesmukt worden met een geheimzinnig sausje, om de waarheid bij het verklappen ervan een beetje te kunnen verzachten. Je hebt geheimen die in het leven geroepen zijn om een ander buiten te sluiten of juist aan je te binden. Veel geheimen ontstaan puur uit angst voor wat een ander er van zou vinden. Er zijn ook geheimen die bestaan uit opgedane kennis of ideeën waarbij de eigenaar zichzelf zo geniaal vindt dat hij of zij denkt dat de hele wereld er mee weg loopt als het ooit openbaar zou worden.

Sommige geheimen zijn te gruwelijk om te delen en kunnen beter bewaard blijven om het leed te beperken tot de mensen die er weet van hebben. Andere geheimen zijn nog gruwelijker en moeten wereldwijd van de daken geschreeuwd worden om te voorkomen dat ze ooit nog een reden krijgen om te ontstaan...

De grappigste geheimen zijn die gevallen waarbij iedereen weet heeft van hetgeen dat angstvallig verhuld wordt, maar waarbij niemand de moeite neemt om het uit te spreken, puur om de lol erom niet te bederven. En sommige kennis moet gewoon geheim blijven. Niemand wil weten wat het lievelingsstandje van zijn ouders is, of hoe zijn of haar oma 's ochtend haar kunstgebit schoonmaakt...

Ik heb zelf in mijn leven regelmatig geheimen gehad die me in de weg zaten, aan me knaagden of me juist beter lieten voelen dan een ander voor een tijdje. Toch is het leven een stuk leuker zonder. Hoewel...

Sinds ik regelmatig op Facebook zit weet ik van veel mensen die ik nauwelijks ken wat ze 's ochtends het eerste denken, wat ze vinden, eten, proeven, zien, voelen, wensen, horen, weten, denken, willen en doen, zonder dat ik er om gevraagd heb. Ik doe hier zelf gretig aan mee. Waar je vroeger nog moeite moest doen om deelgenoot te worden in een gemeenschap, buurt, kroeg of vereniging, wordt nu alles wat aan kennis of weetjes maar bestaat zomaar digitaal op internet geflikkerd. Gelukkig is het net als bij voorheen de tv of radio: je kunt het gewoon uitzetten.

Laten we afspreken dat we overbodige kennis voortaan geheim houden en de kennis waar iedereen echt wat aan heeft zo snel mogelijk openbaar maken.

Laatst waren we uitgenodigd op een bruiloft van nieuwe buren en hadden we een onverwachts leuke avond op het wijnfort in Lent. Heerlijk gegeten, gedronken, zelfs gedanst en ongevraagd deelgenoot geworden van de laatste buurtgeheimpjes. In een van de kelders van het fort stond een kok vlees en vis te grillen, die samen met de verse salades en kazen een prima afleiding vormde voor het door de DJ overstemde buurtjesgekeuvel. Één salade trok mijn bijzondere aandacht aangezien hij erg leek op mijn zelfgemaakte humus waarmee ik placht op te scheppen in mijn omgeving, maar dan anders, lekkerder. Toen ik vroeg wat er in zat zei de kok "geheim van de kok", waarna hij dit geheim direct met me deelde. Fijne vent. Je grilt 2 door de helft gesneden en ontpitte aubergines een half uur onder de grill, slaat ze samen met olijfolie, zout, peper, citroen, komijn en wat koriander stuk in de blender en voilá, een heerlijke humus van een vrucht waarvan ik tot nu toe de echte meerwaarde nog niet had kunnen ontdekken. Kijk, dit vond ik een ideaal geheim: kort, lekker en leerzaam.

Maar ja, ik zit nog steeds met dan ene geheim van een ander, dat ik niet zo maar mag delen, ook al is het een van de leukste en meeste bijzondere geheimen waar ik ooit in mijn leven deel aan heb mogen hebben. Het zal niets anders dan louter blijdschap kunnen brengen bij de mensen die ik ken en waar ik om geef. Over een tijdje zal dit geheim door de geheimenaar zelf onthuld worden en zul je snappen waarom ik een hele blog doorklets over iets dat ik uiteindelijk nog steeds niet heb verteld...

Nieuwsgierig? Blijf lezen...






donderdag 12 september 2013

Wintertenen

Ondanks dat deze heerlijke zomer de uitblijvende lente ruimschoots heeft gecompenseerd, is al die nattigheid ineens wel even wennen. Na het zeikweer van vorige week werden we vrijdag onverwachts nog een maand of twee in de tijd terug gesmeten, maar binnen een dag waren we weer daar waar we niet wilden zijn: het zomereinde. 

Zelf denk ik dat de zomer zich zo lang mogelijk uit heeft weten te strekken totdat het onaards leuke Kaaij festival onder de Waalbrug eindelijk zijn deuren sloot, maar toen was het ook echt gedaan. De sluizen gingen open en alle in de zomer opgespaarde regen komt nu met bakken de hemel uit...

Mijn meeste groenten in de voortuin lijken nog weinig last te hebben van de regen. Er valt volop te oogsten, de kool groeit als zichzelf en ik heb eigenlijk geen omkijken naar mijn Makkelijke Moestuin, precies zoals de bedoeling was. Al mijn watergevoelige plantjes staan in de kas en terwijl de tuininboedel onderhand wegdrijft met al die regen, staan mijn tomaten in de kas regelmatig te snakken naar een drupje vocht, aangezien het in de kas niet regent en ik met dit natte weer een stuk minder buitenkom.

Toch word ik een beetje melancholisch van het vooruitzicht op de herfst en wat daarna komt. Dit eerste moestuin jaar was een waar avontuur voor me dat zich dagelijks voor mijn neus afspeelde. Natuurlijk blijven er in de herfst en de winter een paar verdwaalde kolen en een paar sprietjes spinazie over, maar binnen niet al te lange tijd zijn mijn bakken leeg, gaan de luiken dicht, gaat het slot erop en is mijn Makkelijke Moestuin Avontuur voor de komende maanden afgelopen. Geen zaadjes, geen zaailingen, geen stekjes uit de grond kijken en geen tegendraadse courgettes meer...

Maar hoe ga ik nu voorkomen dat ik geen compostnatale depressie krijg? Hoe ga ik zonder mijn groengoed gelukkig de winter doorkomen? Mijn vriezer herbergt slechts een beperkt aantal zakken diepgevroren eigen kweek en mijn voorraad venkel-brocollisoep is al aardig geslonken. Ik ben al stiekem afscheid aan het nemen van mijn laatste aardbeien, de appels aan mijn boompje en ook al zit ik midden in de bonen, toch kijk ik nu al met weemoed terug aan het groentenbachanaal in het begin van de zomer.

Toch ben ik niet van plan het seizoen te gaan rekken. Al heb ik een kasje, ik ga niet, net als afgelopen voorjaar, een schaliegasboringen goedpratende hoeveelheid elektriciteit verstoken om 2 zielige Chinese kolen en 6 taaie winterspinazie plantjes in leven te houden. Koude kas is koude kas en wat nu buiten staat en echt niet tegen de vrieskoude kan mag zich gelukkig prijzen met die paar graden verschil als ze mijn kasje in mogen. Geen verwennerij, dan hadden ze maar ergens anders moeten landen als zaadje...

Ik ben wel een beetje huiverig voor mijn eigen karakter. Soms lijk ik een beetje op een kater die een muis heeft gevangen en er net zolang mee speelt tot het arme beestje niet meer beweegt. Daarna wordt het direct door de moordenaar vergeten en achtergelaten om langzaam en eenzaam te creperen. Zou het zo ook gaan met mijn groentetuintje? Zou ook ik als een onverschillige valse kater mijn aardbeien en andere overwinteraars aan hun lot overlaten? Ze uiteindelijk ondankbaar en uitgedroogd op de composthoop smijten om het jaar daarop weer even leuk nieuwe slachtoffertjes aan te schaffen die de wreedheid van hun nieuwe baasje nog niet kunnen bevroeden?

Waarschijnlijk wel, alhoewel de meeste groenten die in mijn tuintjes staan mij helemaal niet nodig hebben. Als ze dood willen gaan gaan ze toch wel dood, als ze vruchten willen dragen zijn ze daar helemaal zelf verantwoordelijk voor en als ze besluiten om na de winter hun gezicht Weer te laten zien zijn ze meer dan welkom. 

Ik heb een paar dingen geleerd deze zomer: 
1. Je kunt groenten niet de grond uitkijken, al vermoed ik dat ze al die aandacht best leuk vinden, mijn tomaten gaan er in ieder geval mooi rood van blozen.
2. Als je meer aandacht gaat besteden aan je tuin dan aan je vrouw en kinderen ben je verkeerd bezig. In een gelukkig gezin worden groentes namelijk met meer liefde klaargemaakt. En dat proef je!
3. De helft van wat je in je tuin hebt staan lust je niet eens of wordt vergeten. Volgend jaar dus geen Tatsoi meer maar wel een driedubbel aantal aardbeien.
4. Makkelijke Moestuiners kunnen als bijzonder irritant ervaren worden. Er zijn maar weinig fanaten op de wereld die zoveel tijd stoppen in het vertellen over iets dat volgens hun nauwelijks tijd kost. Een soort salontuiniers dus. Veel lullen, niet spitten.

Ik ga nog even volop genieten van mijn moestuintje de komende maand. Wat de onderwerpen gaan worden van deze blog als er een tijdlang weinig gebeurt in mijn tuin, weet ik nog niet. Misschien ga ik jullie wel lastig vallen met hele andere dingen. Misschien ga ik mijmeren over wat ooit was of doe ik een special over wintergroenten en wintertenen. Dit muisje spartelt voorlopig nog wel even...

      
   


dinsdag 3 september 2013

Fanatypisch

Soms wil je iets heel graag. Soms wil je iets zo ontzettend heel graag dat je bijna zou willen dat je het het niet zo graag zou willen. En als dat wat je wilt dan ook nog eens onverwachts niet gebeurt, blijf je achter met een gemis aan wat je nooit hebt gehad en een opluchting over dat wat nooit is gebeurt.

Ik heb al mijn leven lang last van 'projectjes'. Kleine interesses die uitgroeien tot kortstondige obsessies waarbij ik me in sneltreinvaart iets meester probeerde te maken, alles over een onderwerp wilde weten of een bouwplan in mijn hoofd zo snel mogelijk wilde uitvoeren. Op zich is daar niets mis mee, ware het niet dat ik tijdens deze aan autisme grenzende periodes alle andere bezigheden, verplichtingen en noodzakelijke sociale vaardigheden laat varen...

Ik kon als kind al uren dagdromen over het bouwen van een Zeppelin van lolliestokjes. Ik bouwde met het zweet op mijn jonge voorhoofd in een middag een Eiffeltoren van Legorails, sloopte de stofzuiger van mijn moeder en de oude fiets van mijn broer om er een hovercraft van te maken en kon uren op zolder zitten prutsen om een werkende Theremin van een oude transistor radio in elkaar te verzinnen. poppenkastpoppen, boemerangs, lichtorgels, doedelzakken en verborgen microfoons om mijn broer en zijn vriendin af te luisteren: Als ik iets in mijn kop had moest het er uit. Vaak tot frustratie van mijn omgeving, omdat ik tijdens deze eurekamomenten absoluut niet meer aanspreekbaar was en een enorme teringbende veroorzaakte. Was het project klaar, dan liet ik het trots zien en brak het af, gooide het weg of vergat het gewoonweg, omdat er al weer een nieuw, idioot idee opborrelde...

Sommige mensen noemen mij autodidact, ikzelf betitel het liever als 'net zo lang doorgaan tot je het snapt'. De meeste van deze tijdelijke interresses gaan van zelf weer naar een tijdje weg, sommige zijn mijn hele leven blijven hangen. Ik maak nog steeds ocarina's en muziek en sinds een jaar is mijn tuintje erbij gekomen. Van het laatste weet ik nu al dat het een blijvertje is. Nu ik wat ouder ben heb ik mijn 'projectjes' een stuk beter in de smiezen, maar zo af en toe word ik nog wel eens door een onverwacht obsessief momentje overvallen.

Laatst bood iemand mij een oude, antieke caravan aan. De afgelopen jaren waren we regelmatig op pad geweest met de oude camper van een goede vriend, maar helaas was het oude baasje te slecht geworden om er nog veilig mee de weg op te gaan. Een tent is leuk, maar steeds nog lonkt mij het zwerven op wielen, of het er nu 2 of 4 zijn... Toen mijn interesse voor die oude caravan gewekt was, sloeg het bijbehorende 'project' in als een bom. Ik kon aan niets anders meer denken. Ik ging alles lezen over het type, ik nam alle tips en tricks over opknappen gretig in me op en binnen een avond wist ik alles wat er over die desbetreffende retrocaravan te weten viel. Ik telde de dagen af tot de dag dat ik hem op kon komen halen. Ik werd er zelfs helemaal onrustig van. Ik wilde het liefst de dag nadat ie voor mijn deur zou staan al een paar dagen op pad...

Tot de eigenaar belde. Ze konden geen afstand doen van het geval. Teveel jeugdherinneringen. De koop ging niet door. De leegte en de teleurstelling die volgde kreeg maar weinig tijd om zich te nestelen, want uit puur schuld gevoel was de eigenaar van de door mij beloofde caravan al op zoek gegaan naar een waardige vervanger en had deze zowaar gevonden. Via marktplaats deed ik meteen een bod en zowaar: mijn nieuwe obsessie op wielen werd voor me gereserveerd. Ik moest en zou die caravan hebben! 

Weer kon ik bijna niet meer slapen van de gedachte aan het hebben van een eigen caravan. Tot ook deze eigenaar gisteren, de dag voordat ik hem in Rotterdam op zou gaan halen, belde. Haar dochter kon geen afstand doen van hun mobiele nestje. Teveel jeugdherinneringen... De koop ging niet door. 
Die avond ben ik verwoed en gefrustreerd op zoek gegaan naar een nieuwe caravan. Uiteindelijk vond ik de sleurhut van mijn dromen, nog veel mooier dan die twee die aan mijn neus voorbij waren gegaan: een antieke Constructam Condor uit 1969. Helaas lag deze lag financieel buiten mijn bereik en vergde bovendien behoorlijk wat opknapwerk. Het zou een enorm 'project' gaan worden... 

Vroeger zou ik direct de verkeerde keus gemaakt hebben, maar nu, op zekere leeftijd, lukte het me gelukkig om dit 'project' voorlopig te parkeren. En eigenlijk was ik opgelucht dat het caravanavontuur langzaam uit mijn systeem kroop en me weer ruimte gaf voor het echte leven...

Vanmorgen liep ik met Jelle door mijn tuintje om een appel en aardbeien te plukken voor school. Toen ik rond me heen keek besefte ik weer wat ik allemaal al had. Mijn kasje, mijn veranda, mijn zelfgemetselde openhaard, mijn groentetuintje met mijn eindelijk puberende courgettes waar ik zoveel werk aan had gehad: het bleek veel meer te zijn dat alles wat ik me ooit zou kunnen wensen. En toen we na het fietsen de school inliepen en Jelle met zijn kleine handje de mijne pakte en me alleraardigste glimlach gaf, besefte ik weer dat sommige 'projectjes' meer dan genoeg voldoening geven voor een heel mensenleven. Met een steek in mijn hart besefte ik dat ook aan dat kleine, naar onvoorwaardelijke liefde en veiligheid zoekende handje ooit een einde komt. Uiteindelijk worden alle kleine koters groter, zelfstandigers en steeds minder handbehoevig... 

Soms ben je bang iets zo erg te moeten missen, dat je bijna zo wensen dat je het niet had zodat je het niet zo erg zou hoeven te missen als je het nooit had gehad. Maar dat is een heel ander verhaal...