zaterdag 25 mei 2013

Kolenkids

Soms groeien dingen je boven het hoofd. Of beter gezegd, boven je macht...

Toen ik net met mijn groentetuin begon, duurde het mij te lang totdat mijn eigen zaden zaailingen werden en groot genoeg waren om in mijn moestuinbakken plaats te nemen. Ongeduldig heb ik toen al stiekem in februari bij de Boerenbond veel te vroege spits, groene, bloem en savooien koolplantjes gekocht en deze groter laten worden in mijn kasje. Ik schaamde me er een beetje voor en heb de plantjes in potjes gezet tussen mijn eigen zaailingen, die veel minder groot waren. Erger nog, tegen sommige geïnteresseerden deed  ik net alsof ik alles zelf gekweekt had. Gelukkig kon ik al snel weer biechten op mijn blog...

In mijn enthousiasme heb ik in mijn 6 moestuinbakken uiteindelijk 16 kolen en 8 broccoli plantjes geplant. Ze werden het levende bewijs dat de makkelijke moestuinmix inderdaad een uitstekende voedingsbodem is. Van alle groenten groeide de kolen het hardst. Zelfs zo hard, dat de groenten naast ze inmiddels overschaduwd en verdrukt worden door deze grote groene monsters. Ik heb nog geprobeerd de bladeren bij elkaar te binden, maar een feit is een feit: ik heb te veel kool. Prachtige, smetteloze koolplanten waarvan sommige al beginnen te kroppen, maar veels te groot. De afgelopen twee weken heb ik voorzichtig her en der al wat bladeren weg gehaald en daar soep van gemaakt, maar het mocht niet baten. Hun buurgroenten blijven klein en groeien scheef en ik zal tegen mijn wil in op korte termijn zeker 8 onvolgroeide koolplanten uit mijn tuin moeten gaan elimineren.
En ook al is het eigenlijk niet anders dan het uitdunnen van jonge spruiten, toch zijn ze al zo groot en iedere kool heeft toch al een eigen persoonlijkheid ontwikkeld...

Daarom besloot ik vandaag op zoek te gaan naar een groene voogd. Iemand die plek heeft in zijn tuin om mijn opgeschoten jongens door het laatste stuk van hun pubertijd te helpen, tot ze volgroeid zijn en klaar voor het leven dat hun voorbestemd is. Ik belde eerst met potentiële kandidaten die de ruimte in of bij het huis hadden en bovendien de structuur konden bieden die mijn jongens nodig hadden. Helaas was slechts een enkeling bereid om hooguit 1 kool te adopteren, en ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om mijn verstotelingen nog verder te scheiden en onnodig leed aan te doen...

Uiteindelijk bleek dat niemand binnen mijn vrienden en kennissenkring mijn kolen een warm hart toedroeg. Mijn aardbeien, sla en radijsjes hadden gretig aftrek genomen, zeker, maar naar een bloemkool had niemand oren...

Ik overwoog nog alle kolen door de keuken machine te halen om er groene soep of stamp vulling voor de winter van te maken, maar het vooruitzicht op de grote hoeveelheid taai buitenblad dat ik straks zou moeten gaan consumeren weerhield mij hiervan.

Mijn buurman wreef nog wat zout in de wonden door goedkeurend naast me te komen staan en te benadrukken dat vooral de enorme bloemkool waar we naar stonden te kijken nu al "een flinkerd was" en als mijn kolen zo doorgroeiden de grootste zouden worden die hij ooit had gezien!

Succes zorgt soms voor vreemde wendingen! Ik heb geleerd dat deze wendingen altijd de voorlopers zijn van een wisselend succesvolle creatieve en impulsieve uitspattingen: als die kolen zo goed groeien op mijn mix, dan kunnen ze ook wel wat veranderingen aan. Met de Bonsai-ficus van mijn moeder in het achterhoofd ben ik als een Edward Scissorhand tekeer gegaan en heb de helft van mijn kolen van onderen gesnoeid. Toen ik klaar was stonden er 8 enigzins onwennige geribbelde palmkolen in mijn tuin, nog niet volledig beseffend wat voor hun de gevolgen van mijn onbezonnen, maar goedbedoelde actie zou zijn. Waarschijnlijk zal ik de kolen straks met stokken moeten ondersteunen, maar ik ben erg benieuwd naar de groene, witte en rode wereldbollen die straks ieder een halve meter boven mijn tuintje zullen komen te zweven...

Toen ik vandaag met Ieke en Jelle de afgeknipte bladeren in een emmer langs ging brengen bij onze dierenvrienden in het dierenweitje, werdt ik alsnog verrast met een enorme groep potentiële gastouders. Nubi de Geit, Bram de Ram en Stamper het Reuzen Hangoor Konijn ontfermden zich vrijwel direct spontaan over de meegebrachte bladeren van mijn jongens. En toen bedacht ik: al is de levenswachting van mijn kolen in dierenweidje Kobus wellicht wat korter, dan nog weegt dit niet op tegen de onvoorstelbare liefde waarmee ze hier ontvangen zullen worden! 

Nu ik weet dat ik een oplossing voor mijn kolenkids heb gevonden, kan ik weer gerust gaan slapen met de gedachte dat alles wat je boven het hoofd groeit, met één knip van een schaar weer onder controle is...


Geen opmerkingen:

Een reactie posten