dinsdag 28 mei 2013

Kakzooi

Toen ik in februari op internet de zaden uit ging zoeken die ik nodig dacht te hebben, waren mijn ogen blijkbaar groter dan mijn moestuin. Met de hoeveelheid zaad die ik op dit moment in huis heb zou ik zonder probleem het braakliggende Jeux de Boules veld bij ons achter het blok een zomer lang vol kunnen zetten met de heerlijkste groenten. Helaas wordt deze ruimte iedere zomer sporadisch gebruikt door hooguit 5 mensen, waarvan één de sleutel van het hekje heeft zodat, als je wilt spelen, een partijtje tegen de praatzieke sleutelbewaarder verplicht kost is...

Ik moet het dus doen met de beperkte ruimte die ik in mijn voortuin beschikbaar heb. Toen ik mijn bakken aanlegde en (inclusief de bakken in de kas) uitkwam op 161 vakken, was ik er van overtuigd dat ik deze nooit vol zou krijgen. De realiteit is dat, ondanks dat ons gezin de bakken enthousiast probeert leeg te eten, er toch maar sporadisch een vakje vrijkomt, dat dan ook direct weer gevuld wordt met zaaisel uit de kas.

Een van de grootste ruimtevreters zijn de kolen. Ze bieden weliswaar schaduw aan de andere planten bij heet weer, maar aangezien we dit tot nu toe nog nauwelijks hebben gehad, lijden de overige planten zichtbaar onder de bladeren van de kolen die inmiddels monsterlijke afmetingen beginnen aan te nemen. Vandaag hebben we daarom besloten een aantal kolen, waarvan vooral de uitheemse Italiaanse varianten zonder verblijfsrecht uit de tuin te zetten. Sommige kunnen voorlopig terecht in tijdelijke bakken, andere worden uitgezet naar dierenweidje Kobus, waar ze helaas geen lang leven beschoren zullen zijn. 

Het is niet anders. Mijn overige uitheemse groente mogen nog even blijven, vooral omdat ze zo lekker zijn. De witte en gele Paksoi groeien razendsnel en zijn zalig om te roerbakken. De Tatsoi, een Chinese spinazie variant groeit even goed, maar de wat grovere en taaiere structuur van het blad zorgde ervoor dat Jelle voor het eerst een zorgelijk gezicht trok bij het eten van gekookte Tatsoi, die hem was voorgezet als zijn lievelingsgroente spinazie. Nu is het van mij van groot belang dat Jelle goed leert eten uit eigen tuin, dus vandaag bedacht ik een nieuwe tactiek...

Op mijn werk wordt soms wat smalend gedaan over mijn hobby en mijn groenten. Vooral de onbekende groenten worden met een lachertje afgemaakt als vreemd, dus vies. Zo ook de Tatsoi, die inmiddels de bijnaam 'kakzooi' heeft gekregen i.v.m. een foto die ze ooit zagen van een krop Tatsoi met vogelpoep in het midden.

Deze smakeloze verbastering is inmiddels doorgedrongen tot mijn huishouden en Jelle weigert natuurlijk om iets dat zo smerig klinkt überhaupt aan te raken, laat staan op te eten...

Mijn tactiek was om de tatsoi licht te blancheren en daarna in de keukenmachine fijn te maken, dit erg op dievriesspinazie lijkende groene goedje heb ik vervolgens met een paar fijne aardappels, slagroom, thijm, mosterd en wat zout fijngestamd en in een ovenschaal met een topping van gesneden rookworst, ei, kaas en paneermeel 18 minuten in de oven laten bruinen.

Jelle had zijn bord in een sneltreinvaart leeg en zuchtte me dankbaar een "dat was lekker" toe.
Toen hij echter met me mee naar de keuken liep voor drinken zag hij een afvallig blaadje Tatsoi op het aanrecht liggen. Hij herkende het ( jaja...) en vroeg me bezorgd "Pappa, je hebt toch wel de poep van de Kakzooi afgewassen?"...Gelukkig kon ik hem geruststellen en bovendien ook complimenteren met het feit dat hij weer een nieuwe groente lustte.

Kakzooi, volgens een savooienkoolstamp recept van mijn moeder. 'Zo kun je poep nog lekker maken', zei ze altijd. En dat blijkt maar weer eens...


Geen opmerkingen:

Een reactie posten