donderdag 11 juli 2013

Fluitenkruid deel 3

...Alles in de keuken leek zelfgemaakt, gedecoreerd of dusdanig aangepast dat het een creatieve meerwaarde kreeg. De woonkamer leek op een ontploft schilderij van Vermeer en op iedere stoel lag wel een doedelzak, schalmei, ruispijp of renaissancefluit. De enorme eiken tafel lag bezaaid met stenen ocarina mallen en overal lagen partituren, boeken, marionetten en ondefinieerbare gebruiksvoorwerpen die er uitzagen alsof ze dagelijks werden gebruikt. 'Frans vertelde me dat je een keer langs wilde komen. Eet je mee?', vroeg Hans met pretoogjes die doorhadden dat mijn avontuur eindelijk begonnen was...

In de twee weken die ik onverwachts bij Hans Goddefroy logeerde, werd ik vrienden met zijn zonen Marcus en Stefan, leerde ik de kunst van het ocarina maken, ging ik mee langs braderieën en feesten, luisterde ik urenlang naar de verhalen en theorieën van Hans, het gemopper van zijn vrouw Mechteld, en de vrolijke volksdeunen die door ieder van hen moeiteloos op een of ander instrument gespeeld werden. Ik voelde me een spons die alle creativiteit, denkbeelden en inzichten in zich opzoog en toen ik na die twee weken die wel een jaar leken eindelijk weer thuis kwam, was ik voor altijd begiftigd met het bloed van de Speelman...


Daarna begon een lange periode van mallen maken, fluiten kleien en misbaksel na misbaksel over de heg in de tuin van de Rabobank naast mijn ouderlijk huis mikken, die precies naast het plekje lag waar ik in de zomer, in de schaduw van de grote eikenboom probeerde mijn eerste werkende fluitje te produceren. Jaren later, toen de Rabobank ging verbouwen en de tuin afgegraven werd, vond men naast antieke pijpenkoppen, Romeinse munten en loden kogels ook een groot aantal vreemde voorwerpen, die zelfs de stadsarcheoloog niet thuis kon brengen en een spannend artikel in het Brabants Dagblad opleverde. Toen mijn vader discreet de herkomst van de geheimzinnige vondst tijdens een soosavond in cafe Moria in het oor van de bankdirecteur fluisterde, nadat zijn grootspraak het onder invloed van aandacht en bier het dreigde te winnen van de realiteit, stierf de prille mythe al snel een stille dood...

Vanaf die eerste ontmoeting bezocht ik Hans Goddefroy en zijn gezin een paar keer per jaar en heeft het avontuur nooit meer afscheid van me genomen. Via Hans heb ik menig muzikant leren kennen, menig festival bezocht en menig instrument verworven. Ieder reisje, concert of instrument werd bekostigd met de opbrengst van de fluitjes die ik her en der wist te verkopen. Door de jaren heen werd ik de Fluitjesman en nog steeds, na al die jaren, sta ik een paar keer per jaar op festivals om de helft van mijn fluitjes te verkopen, en de andere helft uiteindelijk weg te geven...

Toch heb ik nog steeds een schuld in te lossen naar die witharige Speelman toe. Ondanks dat ik hem destijds plechtig beloofd heb het vak ooit aan iemand over te dragen en mijn eigen ocarina's verder uit te ontwikkelen, heb ik nog steeds geen leerjongen en ben ik naar al die jaren blijven hangen in nog steeds hetzelfde type fluitje met dezelfde versieringen. Hoewel ik tientallen mallen heb gemaakt en uitgeprobeerd, gebruik ik nog steeds dezelfde mallen van 20 jaar geleden, omdat die nu eenmaal nog steeds de beste fluitjes geven...

Toen mijn jongste 5 jarige zoon Jelle ontdekte dat hij tijdens Gooikoorts, een festival in België, zijn
Playmobil-spaarpot aardig kon spekken met het verkopen van door hem ter plekke gemaakte dobbelstenen, knikkers en verder volledig nutteloze hompjes klei, kreeg ik echter weer hoop. Ook al ligt zijn drijfveer op een ietswat materialistischer vlak, toen hij doorhad dat ocarina's het honderdvoudige van zijn creatieve kleiklompjes opbrachten, ging hij spontaan nijverig met mijn mallen aan de slag om de kunst van het ocarina maken onder de knie te krijgen...



Tijdens het googelen op Hans Goddefroy en ocarina's, kwam ik een zotte Japanner tegen die ocarina's maakte van broccoli en wortels. Ineens zag ik al mijn hobby's versmelten tot één, meesterlijk concept: de Vegafluit. Je kweekt je groenten, je maakt er een instrument van, speelt erop en daarna gooi je het instrument in de soep om er tot slot heerlijk van te kunnen smullen. Briljant! Wat een tijd-en kostenbesparing! Ik denk al aan een tenorbroccoli, een barokwortel met dubbele boring, een peentjes-piccolo en een pieperpijpje. Hoewel, nu Monsanto toch al eigenaar is geworden van de broccoli, kunnen ze de natuur wellicht genetisch een handje helpen door broccoli's in een gewenste toonsoort te kweken. Doen ze toch nog wat nuttigs...

The end


Geen opmerkingen:

Een reactie posten