vrijdag 12 juli 2013

Blufbonen

Vandaag heb ik mijn tuintje weer eens flink onder handen genomen. Uitgebluste planten eruit, een nieuwe generatie er weer in, klaar voor het zomer seizoen. In een van mijn rekken staan de pronkbonen, reuzenerwten en sugarsnaps vreedzaam naast elkaar. Hoewel vreedzaam: de pronkbonen slingeren zich zwierig en protserig rondom de ietwat saaigroene peulen en hun rode bloemen en grillige, steeds groter wordende peulen laten de buurboontjes in het niet verdwijnen. Waarom heeft de ene plant genoeg aan een enkel groen en een eenvoudige vorm om lekker te smaken, terwijl de andere alles uit de kast haalt om op te vallen?

Bij mensen is het vaak net zo. De ene mens heeft genoeg aan een eenvoudige, doch smaakvolle uitdossing, terwijl de ander de zoveelste tattoo laat zetten, zich een uit de hand gelopen kapsel laat aanmeten of zichzelf een nekhernia bezorgd door het gewicht van alle blingbling, piercings of overmaatse ghettoblasters in koptelefoonformaat. Ik hou er wel van. Juist de diversiteit bij mensen zorgt ervoor dat iedereen opvalt, bescheiden of overdone. Maar waarom hebben sommige mensen zoveel behoefte aan etalering? Is het een compensatie voor onzekerheid, een tekort aan aandacht of een tekortkoming van een of andere verborgen aard? Een slimme bakker laat een mislukte taart er vaak extra lekker uitzien om hem toch verkocht te krijgen. Een afgereden auto ziet er met dikke velgen toch weer strak uit en een dikke laag saus op overdaagse groenten voorkomt toch al snel weer een klacht bij de kok. We raken zo gewend aan opsmuk dat de opsmuk zelf een eigen leven gaat leiden en wij zelf op de identiteit gaan leunen die aan zo'n levenloos hebbeding toebedeeld wordt door de omgeving en vooral ook de media.

We zijn verworden tot Iphones of Samsungs, net als vroeger de Puchjes of de Kreidlers. Het gaat niet meer over wat een apparaat kan, maar waar het voor staat. Je bent een Audi of een Golfje, een Apple of een Windows, een Gmail of een Live, een Nike of een Berkenstock. En dat alles vaak omdat er dagelijks ingepompt word dat jezelf zijn niet meer voldoende is...

In de plantenwereld gaat het vaak louter om overleven, waarbij tekortkomingen ten opzichte van collegaplanten gecompenseerd moeten worden door andere kwaliteiten. Kun je jezelf moeilijk bevruchten? Maak je bloemen dan extra aantrekkelijk voor bijen en vogels, zodat zij het werk voor je doen. Smaak je niet zo lekker als je buurvrouw? Zorg dan dat je groter, mooier, hoger en opvallender bent.

Toen ik mijn pronkbonen nog eens goed vergeleek met mijn peultjes, trok ik ineens de vergelijking met Apple en Windows. Apple is Apple, een stijlvol peultje met een rustig, eenduidig karakter. Groeit rustig, smaakt altijd goed, heeft een mooie, maar niet overdreven vormgeving en je weet wat je er aan hebt. De pronkbonen echter komt in verschillende soorten en kleuren, soms tegen het ordinaire aan en hebben allerlei toeters en bellen om zichzelf aantrekkelijk te maken. Ze groeien regelmatig uit de bocht en lopen dan vast tegen de randen van het rek, soms groeien hun vruchten tergend traag om dan ineens weer uitschieters te krijgen en de ietwat melige smaak van de overmaatse bonen zijn vaak ondergeschikt aan de pracht en praal waarmee deze plantjes hun tekortkomingen juist proberen te verhullen...

Ik weet het nog niet. Ga ik voor de eenvoudige maar soms saaie huis-tuin en keukenpeul of laat ik me toch verleiden door de sensuele maar onbeholpen extravagance van de pronkboon? Volgende week oogst ik mijn laatste peultjes en mijn eerste pronkbonen. Ik heb besloten ze samen te blancheren en gewoon te gaan genieten van het feit dat ik helemaal geen keuze hoef te maken. Gelukkig mag iedereen zijn wie men wil zijn en zal ik altijd blijven genieten van de kracht van de diversiteit. Ik ben slechts uniek als jij dat ook bent...


Geen opmerkingen:

Een reactie posten