maandag 19 augustus 2013

Aardappeleters

Het woord "crisis" is een van de meest misbruikte woorden op dit moment. Natuurlijk staat veel mensen in ons land het water aan de lippen, vallen bedrijven om en moet Nederland in het algemeen de broekriem aan trekken. Maar het feit dat we überhaupt nog in dit land de luxe van het bezit van een broekriem hebben, een aantal bedrijven sowieso al aan het wankelen waren en mensen die het financieel zwaar hebben het voor de crisis ook al moeilijk hadden, wordt weggewimpeld met het populairste woord van het jaar: crisis. Crisis lijdt ook tot gemakzucht. Door minder geloof in de toekomst, self fulfilling prophecy en een algemeen groeiende gelatenheid vervallen we in een soort van apathie waarbij extra inzet, creatief denken en scherp denken steeds minder aanwezig lijken te zijn. Of niet?

Is "crisis" wellicht ook iets positiefs wat een bevolkingsgroep eens in de zoveel tijd moet overkomen? Ongepaste vanzelfsprekendheden en overmaatse verworvenheden worden onder de loep gehouden, hebzucht en neiging tot vervlakking worden moeilijk te verdedigen karakterfoutjes en over het algemeen gaan mensen zuiniger om met wat ze hebben. Er wordt minder uitgegeven aan rotzooi en hebbedingen en bovenal: we gaan gezonder eten aangezien we het eerst besparen op snoep, snacks en duur high tech modevoedsel...

Door de vele ontslagen is de groei van ZZPers explosief en steeds meer mensen gaan uiteindelijk dat doen waar ze al jaren van droomde, maar nooit de noodzaak zagen of de lef hadden om hun wilde plannen daadwerkelijk waar te maken. Naast de multinationals die jarenlang de markt in handen hadden groeit het aantal kleine bedrijfjes dat op lokaal niveau op basis van creativiteit en een flink stuk gunfactor een boterham weet te verdienen, hoewel soms nog wat karig belegd. "Crisis" brengt naast een hoop ellende ook een hoop onverwachte lol. Nederland wordt wakker, weliswaar soms met een kater, maar wel hyper alert!

Toen ik 16 was, heb ik mijn eerste ervaring met "crisis" opgedaan. Weliswaar op micro formaat, maar toch, de schrik zat er even goed in. Ik ging samen met mijn broer, voor het eerst zonder ouders, op vakantie. Met voor twee weken aan geld, een doedelzak, trekzak en wat fluiten namen we de boot naar Engeland, een boemelbus naar Liverpool en voeren op een wilde, stormachtige Ferry naar einddoel Ierland. De film Ghandi die me tijdens de zeezieke overtocht wat afleiding bood van mijn braakneigingen, bleek een verhulde les in de poverheid die mij te wachten stond in het land van mijn dromen...

Vanaf Dublin ging de reis liftend en te voet. In Roundstone sliepen we een nacht op de camping naast de IRA gevangenis waarvan de bewoners ons met hun gejammer uit onze slaap hielden en de eerste echte liftdag daarna stonden we al gebroken langs de kant van de weg. Bloedheet. Geen lift. Crisis...
Uit pure wanhoop en verveling pakte ik mijn doedelzak en mijn broer Martin zijn trekzak en voordat we het wisten werden we tijdens ons armetierige spel gestoord door een aftandse Mini die stopte langs de kant van de weg. De verkeerde kant bleek. Of eigenlijk de goede, want wij stonden fout. Maar ja, als rechtsrijdende Hollanders was zo'n fout makkelijk gemaakt aangezien er tot dusver nog geen auto langsgekomen was... Een aardige jongen uit Dublin vroeg ons waar we heen wilde. "Naar de muziek" zeiden we allebei hoopvol en dat trof, want onze toekomstige vriend was onderweg naar Doolin, een aftands gat aan de westkust waar iedere Ierse volksmuziekidioot die maar de moeite wilde nemen er na toe af te reizen, in die periode er ook daadwerkelijk was. Het bleek een dorpje met een enkele kroeg, O' Connors, waar achter een weidje lag voor muziekfanaten, verdwaalde reizigers en een enkele Zweedse die verslaafd was geraakt aan de sfeer en de Snuss, een soort pruimtabak, die je als een balletje onder je lip draagt.

In O' Connors was bijna 24 uur per dag muziek. Doorgewinterde beroepsmuzikanten die ondanks het bovenmaatse drankgebruik in hun vakantie puur op vingergeheugen steevast de juiste noten speelde, terwijl de rest van hun hersenen in coma lag, hielden een wedstrijd in snelheid en virtuositeit met de jonge garde aan muziektoeristen uit heel Europa die met het zweet op het voorhoofd zich de snelstromende melodieën probeerde eigen te maken en in te prenten. Je had de keus uit twee maaltijden: Irish Stew of Guinness. De meeste kozen het laatste, waarschijnlijk omdat het gezonder en voedzamer was. In de korte tijd dat we in Doolin waren hebben we de meest bizarre avonturen beleefd. Lange nachten met de legendarische broers O' Connor: wereldberoemde legendarische folkmuzikanten, waarvan er één al dood, één bijna dood en de derde langzaamaan weer kinds was. Mijn broer won een Barrelrace (met een ton de berg op rollen), we hebben de kroeg een avond drooggelegd door alleen maar Pints of Milk te bestellen, we hebben met drie man op een motorscooter 30 km lang op een pikdonkere slingerweg stomdronken aan de verkeerde kant aan de weg gereden, tot we er achterkwamen dat de derde er onderweg blijkbaar ergens van afgevallen was en ik heb er de mooiste sterrennacht van waarschijnlijk mijn hele leven beleefd...

Maar aan alle rijkdom komt een einde. Nadat het geld dat voor vier weken moest reiken al na anderhalve week op was terwijl we er nog meer dan twee te gaan hadden, sloeg de paniek toe. Crisis. Geen geld voor eten, drinken of zelfs geen Irish Stew, waarvan de kostprijs en de voedingswaarde vele malen lager was dan de al belachelijk lage prijs waarvoor het op de kaart stond. Van ons laatste paar munten kochten we een blikje 'Meatballs in Onionsauce' een weloverwogen investering die later die dag luidruchtig tegengesproken werd door onze spontaan naar buiten migrerende darmflora. Zwak, ziek en misselijk werden we uiteindelijk toch door de honger naar het strand gedreven om tussen de stenen naar Perry en Horsewinkles te zoeken: kleine, gummiachtige slakjes die het gezouten bij het bier in de kroeg prima deden, maar puur gekookt in zeewater de smakeloosheid van de Irish Stew overtroffen...

De volgende dag zaten we schuilend voor de regen al veel te vroeg in O' Connors. De enkele andere aanwezigen waren muzikanten die met hun instrument in de handen nog hun comateuze bacchanaal van de vorige avond aan het verwerken waren. Ik wilde naar huis. Ik kon deze crisis niet meer aan. Net toen ik van zelfmedelijden en lamlendigheid in huilen uit wilde barsten, riep iemand de blijkbaar magische zin "They're coming", want alle kasplantjes werden in één klap wakker en stonden met hun instrument in de houding, klaar om te spelen. Door het vuile raampje zagen we een enorme bus met dubbele rij voorwielen over het landweggetje ons tegemoet komen. Het waren de Amerikanen! Op hun Going Europe Tour was Doolin een blijkbare must op hun rondreis door Ierland, en voor we het wisten stonden alle muzikanten met hun laatste energie en een bewonderenswaardige glimlach op hun gezicht te spelen alsof hun leven er vanaf hing. De chauffeur was blijkbaar ook een neef, broer, zwager of iets anders van de O' Connors Clan en met een vakkundig overgebracht gevoel van medelijden wist hij een behoorlijk bedrag in zijn rondgaande hoed af te troggelen voor de muzikanten en zijn eigen provisie. Toen de muziek even stopte om met de opgehaalde poet de droge kelen te smeren en de alweer tot vertrekken aangespoorde Amerikanen uit te zwaaien nam ik mijn kans waar...

Zoals ik al eerder ooit schreef maakte ik al vanaf mijn twaalfde jaar Ocarina's, kleine ceramische fluitjes met een vrolijk en intrigerend geluid. In de stilte die na het muzikaal geweld viel stond ik op en speelde mijn allervrolijkste en meest virtuoze deuntje. 20 seconden later werd ik blind geflitst door 30 Amerikanen dit dit moment voor het nageslacht wilde vastleggen.10 minuten later had ik van de 30 fluitjes die ik meegenomen had alleen die om mijn nek nog over. 25 Ierse pond per fluitje... We waren twee keer zo rijk als toen we op reis gingen. Wat nou crisis...

De Irish Stew die we daarna besteld hebben smaakte emotioneel beter dan alles wat ik ooit daarvoor gegeten had en met een gespekte beurs hebben we onze bijzondere reis door Ierland op een voor ons  zeer luxueuze manier af kunnen maken...

Soms moet je je moment kiezen. Soms leidt noodzaak je tot ongekende hoogtes. In armoede kan meer rijkdom schuilen dan je soms zou vermoeden...

Vandaag heb ik eens goed gekeken wat er in mijn tuintje stond. De optelsom van mijn groene rijkdom deed me verbazen over hoe lang we er mee zouden kunnen overleven als het morgen écht crisis zou zijn. Ik zou me bijna gaan schamen over hoe rijk ik stiekem ben...


                                              
    

Geen opmerkingen:

Een reactie posten