vrijdag 25 oktober 2013

Zwerfzaad

Ik heb een geheim. Of beter gezegd: ik had een geheim. Het eigen-wereld veranderend nieuws waar ik laatst over schreef maar met niemand kon delen is inmiddels al wijdverbreid binnen huiselijke en vriendschappelijke kringen, dus eindelijk is het moment aangebroken dat ik mijn hart, mijn ziel en gedachtes met de buitenwereld mag delen: ik word opa.

Het feit dat ik mezelf beschouw als een bijzonder jonge opa zegt meer over hoe ik zelf in het leven sta dan de leeftijd waarop mijn dochter de grootste verandering in haar leven door gaat maken. Al van jongs af aan wist ik dat ze er snel klaar voor zou zijn. Sommige vrouwen worden moeder bij hun eerste kind, andere zijn het al vanaf de geboorte. Mijn dochter heeft altijd gemoederd. Misschien omdat haar moeder ook moederde, en de moeder van haar moeder en diens moeder. Bovendien kwam ze al jong in aanraking met de Molukse familie van haar vriend, waar het ook daar niet aan moederende en bemoederende types ontbrak...

Ik vind het prachtig. Toen ik haar laatst voor het eerst zag sinds ik wist dat ze zwanger was, beschouwde ik haar met een grote, innerlijke loep. Was ze veranderd? Kon ik al iets zien? Ja en nee. Hoe spannend het allemaal ook voor die twee is, wat ik vooral bij haar ervaarde was innerlijke rust en  een stevige vermoeidheid. Wat ik hoop is dat ze straks naast al dat moederen het meisje in zichzelf ook nog een plekje gunt. Dat ze niet dat stukje overslaat dat haar in haar jonge jaren maar met moeite was gegund en waarvan ze het recht heeft er nog steeds een stukje van op te eisen... 

Ik heb haar beloofd om niet als een dolle tekeer te gaan. Haar niet te bestoken met vragen, tips en weetjes over zwangerschappen, wat wel mag en niet mag en hoe het leven gaat veranderen. Dat laat ik liever aan anderen over. Ik wil er slechts voor zorgen om er te zijn, daar waar en wanneer ze me nodig heeft. 

Ondertussen ben ik natuurlijk, apentrots, stiknerveus en ongezond opgewonden over mijn opaschap in wording, meer nog over haar moederschap in wording! Natuurlijk gaat de mengeling van genen, afkomst, verstand en humor een bijzonder knap, vrolijk, leuk en slim kind op leveren. Veel goede eigenschappen slaan tenslotte een generatie over. Misschien krijgt het kind niets van dat alles mee, maar zeker is dat er een grote optocht van broers, zussen, ooms, tantes, neven en nichten, opa's en oma's en zelf tot familie afgeroepen individuen in de rij zullen staan om de arme blaag helemaal dood te knuffelen. De ouders zullen met grof geweld alle goedbedoelende geïnteresseerden de deur moeten wijzen om zelf hun eigen glimp, laat staan momenten van onverdeelde aandacht met hun spruit te kunnen beleven...

De cirkel is rond. De geboorte van mijn eigen eerste kind brengt nu een nieuw leven voort. Een leven waarvan ik overtuigd ben dat het in 4 goede handen is en waarvan ik aan de zijlijn mee mag genieten.

Toen ik vandaag in mijn kasje mijn sinaasappelplantjes hun wekelijkse drupje water kwam brengen, bleek er rond één van mijn citrusspruiten een paar extra borelingen op te duiken. Alhoewel ik schone grond had gebruikt om gemorst zaad de kans tot ontspruiten te ontnemen, hadden een paar, naar later bleek knoflookbieslookjes, toch de kans gevonden hun weg naar het leven te vinden.
Niet gepland of geplant, maar evenwel gewenst, heb ik ze voorzichtig een eigen plekje op de kweekplank gegeven. Ze zullen in de winter wel naar binnen moeten omdat ze volledig buiten de seizoensplanning besloten hebben tot wasdom te komen, maar in de winter maanden krijgen ze het lichtste plekje op mijn vensterbank en zal ik poes dringend verzoeken om haar plekje voor het raam ruimhartig te delen met deze winterkinderen.

Het leven is mooi. Vooral daar waar het steeds weer opnieuw begint...


maandag 21 oktober 2013

Hof van Eden

Ineens wist ik het weer. Terwijl ik dacht dat al mijn kennis en enthousiasme rond mijn moestuintje opgedaan was tijdens mijn groene avontuur van het afgelopen jaar, bedacht ik ineens dat het groene vinger gen al jaren terug in mijn systeem gefluisterd is door mijn eigen ouders. Ik was het alleen even vergeten...

Toen mijn ouders rond mijn 8e levensjaar met het gezin van Eindhoven naar Lith verhuisde, wist ik nog even niet wat me overkwam. We waren bijna gaan wonen in een prachtig huis met dieren en een grote tuin in Rhenen, maar de bijbelgordelstoet die op een mooie zondag aan ons autoraampje voorbijschoof richting kerk, schrok mijn ouders voldoende af om toch maar nog even verder te kijken naar een plek die minstens zo mooi was, maar iets meer ruimte gaf voor de opvoeding van hun kinderen die ze voor ogen hadden. Lith dus. De voormalige bewoners hadden de oude melkfabriek gekocht nadat ze het huis dat we gingen betrekken eigenhandig hadden gebouwd. Achter het huis lag een enorme moestuin, de koude en warme kelder was gebouwd met het oog op het opslaan van de wintervoorraad en mijn vader kon niet wachten om ons nieuwe stulpje te betrekken en zijn nieuwe spade in de grond te steken. Naast zijn drukke baan verlangde hij naar een stuk ontspanning die hij hoopte te vinden in zijn eigen achtertuin.

Niets bleek minder waar. Toen ik in de verhuiswagen aankwam bij ons nieuwe huis, stond mijn vader redelijk verbouwereerd en ontdaan te kijken naar dat wat ooit een moestuin was. De vorige bewoners hadden bedacht de boel netjes achter te laten en mijn vaderlijke boer in wording te verlossen van de zorgen die bij een eigen moestuin kwamen kijken: er restte niets meer dan een braakliggende, vakkundig omgespitte tuin. Waar eens de door hem zo beminde bloemkolen, kroppen sla en bietjes mijn vader hadden verleid een bod op het huis te doen, restte slechts een maagdelijk stuk klei dat " Beter paste bij dat stadse volk'.

Ondanks de teleurstelling vormde mijn vader de tuin om tot een prachtig paradijs met trapjes, paadjes, hoekjes, een konijnenren met door hem zelf gegraven en betegelde gangen en baarkamers, en volière met kippen en vogeltjes en voor zekerheid nog wat aquariums in de bijkeuken. Met twee honden erbij was het verhaal compleet en als kind hadden we geen tekort aan flora en fauna in onze achtertuin. Toch bleef het verlangen naar een eigen moestuin aan hem knagen. Een paar jaar later nam mijn vader een aangeboden kans met beide handen aan en startte hij samen met een vriend die een flink stuk grond had eindelijk zijn eigen moestuin. 

Dat hebben we geweten. Het eigen varken wat op het stukje grond ernaast zich bijna doodvrat aan alleen al het bladoverschot wat door die twee groene fanaten in hun tuintje geproduceerd werdt was binnen no time volgroeid en verwerkt tot hapklare bevroren en gelabelde pakketjes in de nieuwe, enorme vriezer in de kelder. De koude kelder puilde uit van de weckpotten met groente en menig van mijn middagjes na school die eigenlijk voorbestemd waren om lekker te gaan spelen met vriendjes werden door mijn moeder geconfisqueerd om samen met haar de enorme hoeveelheden groenvoer die mijn vader aansleepte van het land om te zetten naar voorraad voor de winter. 

Eigenlijk wist ik alles al. Ik was het gewoon vergeten. Mijn vader hield het een paar jaar vol, maar zijn enthousiasme voor het kweken van eigen groente kon het uiteindelijk niet winnen van de hoeveelheid werk die hij bijna dagelijks kwijt was aan zijn tuin. Het spitten, ploegen, onkruid wieden, ongedierte bestrijden en uitdunnen deed hem uiteindelijk besluiten om te stoppen met dat wat hij zoveel jaren had geambieerd... Een ambiteus verlangen dat hij op zijn beurt weer had meegekregen van zijn eigen moeder, die achter haar stadse vooroorlogse rijtjeshuisje op de Geraniumstraat in Eindhoven stiekem de lekkerste tomaten van het land wist te kweken...

Nu, jaren later, had ik mijn tuintje graag aan mijn vader willen laten zien. Had ik nog liever het enthousiasme in zijn ogen willen zien bij het besef hoe makkelijk het allemaal had gekunnen. En het allerliefste had ik in zijn, nog steeds prachtige tuin, een paar Makkelijke Moestuin bakken willen plaatsen zodat hij op zijn oude dag nog een keer van zijn eigen groenten zou kunnen genieten, alleen dan zonder al dat harde werk. Helaas kan dat niet meer. Wat wel kan is in zijn gedachten dit mogelijk maken voor wie het maar wil. Tenslotte heb ik mijn enthousiasme uiteindelijk aan hem te danken. En natuurlijk ook aan mijn moeder, die uiteindelijk zijn groene uitspattingen steeds weer wist te vangen in een keurig geweckt potje met haar handschrift erop en de inhoud ervan steeds weer wist te verwerken tot een smakelijke maaltijd. De liefde van een man gaat tenslotte toch door de maag...




zaterdag 19 oktober 2013

Zie de maan...

In de tijd dat zelfs onze grootste kindervriend moeite heeft met een verblijfsvergunning te krijgen voor zijn maten, Slochteren nog naschudt op zijn grondvesten in angst voor nog meer gas avonturen, een tik aan een diplomaat een koude oorlog dreigt te veroorzaken en de NSA al zo ver is dat ze weten wat wie dan ook gaat zeggen voordat het überhaupt gezegd is, lig ik klaarwakker naar de volle maan te turen die onze zolderkamer in lichterlaaie zet... Al voordat de, trouwens niet eens volledige verduistering inzet, ben ik afgeleid en denk met mijn ogen dicht wat deze milde herfstdag me heeft gebracht...

We hebben onze eetbare Voortuin herfstklaar gemaakt. Met een lichte, voorbarige weemoed hebben we alle planten die geen opbrengst meer zouden geven een enkeltje compostbak gegeven. Alleen de pronkbonen die onverwachts nog 3 kilo snijgoed voor de winter opbrachten, mogen nog even nagenieten van het herfstzonnetje om hun voedingstoffen langzaam terug te geven aan de bodem. De lavendel wacht in een grote vuilniszak om verwerkt te worden tot gehaakte geurbolletjes, de Nieuwzeelandse Spinazie wordt morgen geblancheerd en ingevroren en alleen de boontjes waar nog een vruchtbeginsel aanzit mogen nog even hun best doen voor een laatste maaltje. Ineens hebben we een overschot aan lege vakken. Deze worden morgen gevuld met winterspinazie, snijmoes, paksoi, wortels en wintersla, in de hoop dat het zwoele weer van de komende dagen ze voldoende energie geeft om nog een snelle spurt voor de eerste vorst te kunnen maken.

Ook mijn kasje heeft er aan moeten geloven. De tomaten planten zijn teruggesnoeid tot een enkel stammetje met wat resttomaatjes, de klimcourgette doet zijn uiterste best om er nog een laatste boreling uit te persen en de komkommer heeft me beloofd nog een paar bakjes tsatsiki te leveren. Vreemd genoeg schijnt mijn Basilicum zich niets aan te trekken van de seizoenen en groeit alsof ze overuren draait als in een goedlopende pizzeria in Florence.

Ondanks de overwinteraars zal ik het gaan missen, mijn weelderige tuintje. Nu het er opgeruimd en een stuk leger bijligt, de nette buren met een instemmend knikje langslopen omdat ze na al dat voor hun ondefinieerbare groen van de afgelopen maanden weer wat kale grond kunnen zien, net als in hun eigen eenheidstuintjes, zal ik me de komende maanden op andere bezigheden moeten storten. Gelukkig heb ik een manier gevonden om mijn passie voor mijn Makkelijke Moestuintje ook in de wintermaanden invulling te kunnen geven, want in samenwerking met de aardige mensen van de MM ga ik me de komende winter in mijn vrije uren actief bezighouden met het promoten en mogelijk maken van Makkelijke Moestuinen op scholen, zorginstellingen en enthousiaste particulieren...

Als groene troubadour verkondig ik mijn gesproken lied over Square Foot Gardening aan een ieder die het horen wil, in de hoop om uiteindelijk niet met de mond gesnoerd vastgebonden aan een boom achter te blijven, maar met zoveel mogelijk mensen mijn passie te kunnen delen. Heb je een leeg balkon, tuin met zon en cementtegels, toilet met open dak, dakterras of afgeschreven aanhanger in de tuin die een nieuwe bestemming nodig heeft, schroom dan niet een reactie achter te laten en samen met mij te kijken hoe je de boel kunt opfleuren en er bovendien nog van kunt eten ook!

En nog even over dat Zwarte pieten gedoe: voor kleine Jelle is Zwarte Piet zwart omdat ie niet wit is, is een negerzoen vooral erg lekker, geniet hij iedere dag van blanke vla als toetje, is zigeunersaus een goedje dat hij niet op zijn Duitse schnitsel wil zien en zijn jodekoeken de lekkerste 4-uurtjes die er zijn...


vrijdag 4 oktober 2013

Tomatig...

Door het seizoen heen genomen heeft mijn kasje, dat ik sinds begin dit jaar met liefde in elkaar heb geknutseld, voorzien heb van een hoogpolig Perzisch tapijtje en verwend heb met af en toe klassieke muziek uit het oude wereldontvangertje van mijn vader, het maar matig gedaan...

Ik geef toe, het was een waardeloze lente, al heeft de zomer heel wat goed gemaakt. Maar buiten alle zaailingen om die zich uiteindelijk ruimschoots hebben bewezen in mijn Makkelijke Moestuin aan de voorkant van het huis, hebben alle bewoners die in de kas zijn blijven hangen (of staan), het behoorlijk af laten weten. In het hoogseizoen kwamen er wekelijks maar enkele tomaatjes uit de kas, waren de paprika's sporadisch en heeft mijn veelbelovende klimcourgette, die eind juli toch bijna mijn halve kas overwoekerde, tot nu toe nog geen vrucht gegeven. Luizen, schimmel, neusrot en wortelvliegjes, de een na de andere pestkop kwam langs om mijn kassuccessen te ondermijnen. En dat terwijl ik veel meer werk had aan mijn inimini kasje dan mijn hele voortuin! 

Waarom de opbrengst zo laag wist ik niet. Ik heb nog nooit een kas gehad en al leek het er in het begin op dat alles lekker begon te groeien, het bleef Louter bladgroen in de kas en pas heel laat in het seizoen kwamen slechts enkele rode, gele en oranje vruchten te voorschijn, die meestal ook nog ondermaats waren. Vorig jaar had ik nog tomaten in mijn voortuin, die in zulke grote aantallen tot wasdom kwamen dat ik bijna een grotere soeppan heb moeten aanschaffen en de buren de rolluiken al dichtdeden als ze me weer met een zak overrijpe rooie rakkers aan zagen komen...

Horen planten dan toch niet gewoon buiten te staan? Heeft de term kasplantjes dan niet voor niets zo zijn eigen betekenis? 

Na lang nadenken heb ik waarschijnlijk het probleem ontdekt. Toen ik onlangs bij de Makkelijke Moestuin en hun jaloersmakende hoeveelheid tomaten, courgettes en minikomkommertjes in hun eigen kleine kasje zag, had ik al snel door waar het bij mij aan scheelde: mijn eigen kasbakken waren eenvoudigweg te smal en te laag! Door het oppervlakte van mijn kasje optimaal te willen benutten heb ik mijn planten uiteindelijk te weinig leefruimte gegeven. En met te weinig wortels kan een plant niet groeien... Daarnaast ben ik blijkbaar veel te lui geweest met tomaten dieven, want toen ik de geordende plantjes bij De Makkelijke Moestuin later thuis vergeleek met de wanordelijke janboel in mijn eigen kas, begreep ik dat de wildgroei het zonlicht wegnam van de vruchten, die daardoor een hoop licht tekort kwamen om goed te kunnen rijpen. 

Maar toch snap ik nog steeds niet waarom die duivelse Klimcourgette me zo in de steek heeft gelaten. Ik heb hem bewaterd, gepamperd, bevrucht en onderhand meer liefde en aandacht gegeven dan mijn eigen vrouw! Had ik de pech met lui zaad te maken te hebben, of voelt deze uit de kluiten gewassen jongen zich gewoon niet thuis in zijn glazen huisje? 

Nu, aan het eind van het seizoen, beginnen zijn (of haar? De plant is tweeslachtig, dus ik weet na al die tijd nog steeds niet hoe ik hem, het of haar aan moet spreken) bladeren langzaam geel te worden, last te krijgen van schimmel en af te vallen. En al staat de ene na de andere mannelijke bloem super patent te bloeien, alle miezerige kleine damesbloempjes gaan voortijdig in de menopauze, verschrompelen en laten zich samen met hun kansloze vruchtbeginsel op de grond storten. Het is een smet op mijn werk, een deuk in mijn zelfvertrouwen en mijn andere groeiers lijden eronder omdat ik stiekem de kas probeer te ontwijken om niet geconfronteerd te worden met deze gemene groene steek onder de gordel.

Vanmorgen wilde ik de knoop doorhakken en die misselijkmakende klimcourgette een enkeltje composthoop te gaan bezorgen. En weer werd ik verrast door deze onpeilbare groeier...

 

Zomaar uit het niets waren ze daar: twee beginnende, gezonde courgettes die absoluut niet de indruk gaven dat ze binnen afzienbare tijd stervend op de bodem van mijn kasje zouden liggen. En weer was me een terugkerende les geleerd die mij mijn leven lang achtervolgd: geduld... En geduld is tenslotte een logisch gevolg van vertrouwen. Met gezonde argwaan maar ook duizend excuses naar de plant toe verborg ik snel en onopvallend mijn snoeischaar en gaf de klimcourgette uit schuldgevoel meteen wat extra water. Aangezien er naast Dierendag geen officiële "Planten" of "Groentendag" bestaat besloot ik deze zelf maar tijdelijk in het leven te roepen en heb naast de courgette ook alle andere kasplantjes voorzien van wat extra compost en aandacht. 

Even dacht ik op te merken dat mijn tomaten spontaan begonnen te blozen van al die extra aandacht, maar uiteindelijk bleek het toch het herfstzonnetje te zijn die deze late, maar dankbare oktoberoogst mogelijk maakte...